All Them Witches doet een schalks stapje terug op ‘ATW’

door Jelle Geuns

De Amerikaanse hellevegen van All Them Witches bestormden in 2012 als het ware het psychedelische rockgenre met hun bluesy bezweringen en onomstotelijke invloeden uit de jaren ’60 en ’70. Al bij debuutplaat ‘Our mother electricity’ en de kort daaropvolgende ep ‘Extra pleasant’ werd meteen duidelijk dat ze de voorkeur gaven aan een brute veroveringscampagne in plaats van een doordachte uitstippeling van hun oorlogspad. Toch gaf het werkstuk ‘Sleeping through the war’ uit 2017 de indruk dat ze zorgvuldiger te werk zouden gaan met een meer afgeborsteld geluid, dat de richtingsaanwijzers schijnbaar deed oplichten. Daar blijkt nu echter niets van waar te zijn. Op het nieuwe ‘ATW’ (ook wel acroniem voor ‘all the way’) prefereert All Them Witches de stampede als vanouds: rauwe rocktonen waar de impulsiviteit van afspat. Daarmee lijkt de band het lijstje van psychedelische rockgrootheden nog niet te willen vervoegen, maar liever speels wil blijven rondspringen.

Het moet er stoeierig aan toe zijn gegaan in dat hutje ergens in Nashville, Tennessee, waar All Them Witches volledig zelf het album opnam. De muzikanten riepen pas later de hulp in van producer Rob Schnapf (Beck, Elliott Smith, Kurt Vile) voor de laatste aanpassingen, zonder de rauwe spontaniteit ervan in het gedrang te brengen. Opener ‘Fishbelly 86 onions’ pakt meteen uit met opgevijzeld rockgeweld en dat beetje je m’en foutisme. Het beendergestel van drum- en bastonen leent even de boogie van Oh Sees. Dat klinkt aanvankelijk repetitief, al laten het additionele hammondorgel en het vurig gitaarwerk niets aan het toeval over. Deze klankmuur komt over als een dikke middelvinger naar de meer mondaine prognose die we bij de start van het album hadden.

‘Workhorse’ is daarentegen niet het strijdros waarop we gehoopt hadden, dat het eerder stapvoets doet met zorgvuldig gekozen bluesriffs en percussie. Ook de zangkwaliteiten van Andrés Echeverri (die we nooit echt hoog zouden aanschrijven) worden eerder met een geeuw onthaald. In het begin lijkt ‘1st vs. 2nd’ verder te breien op de brave inborst van zijn voorganger, al schuiven de vervormde gitaarsuizingen die gedachte na één minuut steevast aan de kant. Het crescendo van psychedelische stonerrock blijft iets te lang voortduren, maar dat euveltje wordt snel door de vingers gezien.

Single nummer twee ‘Diamond’ vertoeft daarentegen in de rocksferen van Nine Inch Nails en The Black Angels. De harde rocktonen worden hier op haast theatrale, maar heerlijk onheilspellende wijze opgeworpen en blijven tot het eind stevig in de schoenen staan. Blikvanger is ongetwijfeld ‘Harvest feast’ dat moddervette bluestonen en lyrics doet uitdraaien in een psychedelische roes, een hoogstandje dat All Them Withes over de jaren heen perfectioneerde. Het meer experimentele geluid à la Pontiak weerklinkt dan weer in ‘HJTC’, al worden ze hier afgetopt met het herkenbare stemgeluid van Echeverri.

Uiteindelijk kunnen we de omweg die All Them Witches nam met ‘ATW’ enkel toejuichen. De groep is er met de volle goesting ingedoken en verwierp de gedachte om de meer afgelikte toer op te gaan. We kunnen niet uitsluiten dat de groep in de toekomst wel voor een pompeuzer stadiongeluid gaat, maar voorlopig kunnen we nog genieten van de eerlijke rockgeluiden die All Them Witches voortbrengt.

Dit jaar werkt All Them Witches zijn Amerikaanse tour nog af. Vanaf april 2019 richt de band z’n pijlen op Europa met onder meer drie shows in ons land. Op 17 april in De Zwerver in Leffinge, op 18 april in De Casino in Sint-Niklaas en de dag nadien in Muziekodroom te Hasselt.