Antony & The Johnsons – Turning: ode aan oestrogeen

door Max De Moor

Gaat Antony Hegarty binnenkort de protestsong nieuw leven inblazen? Producer Hudson Mohawke maakte ons razend benieuwd met het nieuws dat hij samen met het androgyne supertalent de Amerikaanse spionagedienst NSA zou aanpakken. Wie het werk van Antony and the Johnsons echter een beetje gevolgd heeft, weet dat dit altijd al politiek geïnspireerd is geweest. Recentelijk propageerde hij nog samen met onder andere CocoRosie een soort ecofeminisme onder de noemer ‘Future feminism’, en ook als transgender laat hij zich de mond niet snoeren. Doorbraakalbum ‘I am a bird now’ wordt eraan opgedragen en in de daaropvolgende ‘Turning’-tour staat genderthematiek centraal. Begrijpelijk, want wanneer je eigen lichaam en conditie voor de buitenwereld vooral een curiosum blijken te zijn, geldt het mantra van het jaren 60-feminisme meer dan ooit: the personal is political.

Deze slogan had gerust kunnen dienen als tagline voor ‘Turning’, de documentaire die filmmaker Charles Atlas in 2006 draaide over de gelijknamige tour van de oorspronkelijk Britse zanger. Nu, acht jaar en vele vertoningen op festivals later, is ze samen met een live-cd verkrijgbaar in de winkelrekken. De twee kunstenaars sloegen destijds de handen in elkaar om de kracht van vrouwelijkheid te vertalen naar het podium. Het resultaat is een wel heel bijzondere concertopstelling. Terwijl de muzikanten hun ding doen, nemen dertien bewonderenswaardige vriendinnen van Antony plaats op een draaischijf, waarop ze zich één voor één volledig blootgeven –soms letterlijk, altijd figuurlijk. Camera’s registreren de draaiende vrouwen, die je misschien herkent uit het artwork van de artiest, en close-ups worden geprojecteerd boven het podium. Net als bij de recente ‘Shaking the habitual’-tour van medefeministen The Knife wordt de uitvoering op die manier evenveel concert als kunstperformance.

Toegegeven, het beeld van vrouwen op draaiende platforms doet eerder denken aan smoezelige verkooptrucjes op autosalons en videogamebeurzen dan aan feministische kunst, maar net daar bevindt zich de kern van de performance. Anders dan begeerlijke pin-ups, die met hun vanzelfsprekend feminien sexappeal een product dienen te verkopen, kiezen Hegarty en Atlas mensen waarvoor de maatschappij liever de ogen sluit. Alle dertien modellen –waaronder transgenders, lesbiennes, excentrieke kunstenaressen en wiskundegenieën- hebben stuk voor stuk moeten vechten voor hun eigen vrouwelijkheid en door het platform te betreden dwingen ze de toeschouwer dit aspect van hun bestaan te erkennen en zelfs te bewonderen. De objectiverende blik wordt plots humaniserend. Veroordeling ruimt plek voor empathie, want terwijl ze op straat vaak met één blik terecht worden gewezen, word je nu als kijker geprikkeld om je af te vragen wat hun verhaal is.

Deze vraag tracht de regisseur te beantwoorden door tussen de concertfragmenten ook de modellen zelf aan het woord te laten. Terwijl ze filosoferen over wat dit project voor hen individueel betekent, worden pijnlijke herinneringen opgerakeld en krijgt de toeschouwer zelf steeds meer inzicht in hun psyche en het concept van de tour. De emotionele getuigenissen in combinatie met de melancholische muziek van Antony en zijn Johnsons staan zo regelmatig garant voor een stevige krop in de keel.

Neem nu het verhaal van de mooie Joey Gabriel (te bekijken in bovenstaand Youtube-fragment), die qua verschijning enorm doet denken aan de zangeressen Nico en Debbie Harry. Tijdens de film zie je haar rondhuppelen met het soort vrolijke frivoliteit dat vooral iets donkerder wil verhullen. En inderdaad, haar levensverhaal tart de verbeelding. Wanneer ze vertelt over haar jeugd als dakloze transgender -amper dertien jaar oud en weggelopen van huis-, wordt nog maar eens pijnlijk duidelijk hoe onze samenleving deze mensen de marginaliteit induwt en hoe ons patriarchale denken in grote mate hun persoonlijke leven beïnvloedt (the personal is political, weet u nog).

Via ‘Turning’ bieden de makers weerwerk door deze drama’s letterlijk op een piëdestal te plaatsen. In interviews en op concerten pleit Antony voor een vrouwelijke wending in beleid. Volgens die visie zouden we de wereld een grote dienst doen met meer waardering voor vrouwelijkheid en de daarbij horende kenmerken en kwaliteiten. Met dit project voegt hij de daad bij het woord door een stereotiep ‘vrouwelijke’ kwaliteit als empathie op te wekken met een praktijk die in de originele, patriarchale context net een ontmenselijkend effect heeft. Of vraag jij de ‘booth babe’ op het autosalon naar haar levensverhaal?

Naast een documentaire bevat ‘Turning’ natuurlijk ook nog een cd. Twee jaar geleden werden we al verblijd met de liveplaat ‘Cut the world’, een uitstekende aanvulling op het repertoire van Antony door de rijk gearrangeerde bewerkingen van het Deens Nationaal Kamerorkest. Nu wordt er echter teruggekeerd naar de doorbraakjaren en krijg je de kans om de originele Johnsons (Maxim Moston, Rob Moose, Julia Kent, Parker Kindred, Jeff Langston en Thomas Bartlett) nog eens in topvorm te horen. Wees gerust, zelfs met een kleiner kamerorkest klinkt Antony groots. De nummers blijven echter redelijk trouw aan de studio-opnames, waardoor voorganger ‘Cut the world’ als live-album net dat tikkeltje bijzonderder is.

Een opsteker is de tracklist, die een mooie bloemlezing vormt van het uitgebreide oeuvre en die bovendien ook enkele obscuurdere parels uit de ep’s bevat. Het magistrale ‘I fell in love with a dead boy’, het louterende ‘Find the rythm of your love’ en het intrigerende ‘Where is my power’ behoren tot Hegarty’s beste nummers en verdienen de extra aandacht. Wellicht om verzamelaars te overtuigen werden nog twee nieuwe nummers bijgevoegd: ‘Whose are these’ en ‘Tears tears tears’. Die eerste klinkt dankzij het ritmisch handgeklap opvallend monter, terwijl de laatste dichter aanleunt bij de intieme pianoballads, die we van de artiest gewoon zijn. Het zijn allebei goede nummers, maar eerder van het kaliber ‘leuke extra’ dan van ‘obscure parel’.