Ariel Pink doet aan introspectie op ‘Dedicated to Bobby Jameson’

door Liam Giraerts

Het is bijna een sport voor Ariel Pink om met elke plaat even veel mensen af te stoten als aan te trekken. Doet zijn smakeloze humor het niet, dan zijn er de ‘vervelende melodieën’ wel. Op ‘Dedicated to Bobby Jameson’ is de Amerikaan zo tactvol geweest om de grootste splijtzwam meteen aan het begin te zetten. “Allahu akbar!”, klinkt het op ‘Time to meet your god’, een soort bombastische kruising van John Maus en Frank Zappa. We houden even angstig onze adem in, maar slaken een zucht van opluchting bij het volgende nummer.

Feels like heaven’ klinkt als niets wat we van de excentriekeling gewend zijn. De zelfsabotage die Ariel Pink meestal in zijn popnummers steekt in de vorm van perverse teksten of bizarre stemmetjes, wordt voor een weloverwogen keer achterwege gelaten. Mede door de engelachtige achtergrondzangeres komt het lied zelfs in de buurt van jaren negentig-dreampop. ‘Death patrol’ voelt enigszins vertrouwder aan, hoewel het moeilijk blijft om te zeggen waar we het al eens eerder hoorden. Het is dat gevoel van valse bekendheid dat albums zoals ‘Before today’ zo memorabel maakte. Bovendien is het hypnagogische soul-pareltje een goede herinnering dat lofi geen excuus biedt voor ondermaats detail.

De kern van ‘Dedicated to Bobby Jameson’ zit natuurlijk in de titeltrack. Robert Jameson was een kort gehypete muzikant in de vroege sixties wiens beroemdheid voortijdig beruchtheid werd. Schulden, drugsproblemen en zelfmoordpogingen bleven hem teisteren, “so he left town / a dejected bum / an alien”. Het verhaal van de gefaalde garagerocker verklaart de sound van ‘Bubblegum dreams’ en ‘Dreamdate narcissist’. Belangrijker nog verklaart het de thematiek. Hoewel Ariel Pinks carrière lang niet zo tragisch is als die van zijn zielsgenoot, druipt het verloren potentieel van de plaat af. ‘Another weekend’ is een treurlied over de vele nutteloos voorbijgegane weken en de vele die nog zullen volgen. Het akoestische ‘Do yourself a favor’ (“and taste a new flavor”) waarschuwt voor de sleur in muziek.

Obscure fanfavoriet ‘I wanna be young’ wordt ten slotte heropgenomen en aldus van nieuwe betekenis voorzien. En daarin schuilt nu net het grootste talent van de artiest: in het recycleren en recontextualiseren van vergeten ideeën. Zo krijgen we op ‘Dedicated to Bobby Jameson’ in principe geen volledig nieuwe Ariel Pink te horen als wel een onderbelicht facet. Het resultaat is dubbel: enerzijds is ‘Bobby Jameson’ immers gewoon een ijzersterke plaat. Anderzijds blijkt het tegelijk de perfecte uitnodiging om met een frisse blik Ariel Pinks volledige discografie nog eens door te nemen.