At The Drive-In keert snoeihard terug met ‘In•ter a•li•a’

door Tobias Cobbaert

Wanneer een gerespecteerde band als At the Drive-In na een lange stilte weer een album uitbrengt houden we altijd ons hart een beetje vast. Ter vergelijking: In hetzelfde muzikale straatje stelde Refused twee jaar geleden  nog teleur met hun grote comeback-plaat. Beide bands beëindigden destijds hun carrière met een posthardcore-mijlpaal en moesten dus torenhoge verwachtingen inlossen. Gelukkig slaagt At the Drive-In waar Refused faalde en bewijst de band dat reüniealbums niet altijd teleurstellend zijn.

Het helpt natuurlijk wel dat de bandleden in de tussentijd niet stilgezeten hebben. Dankzij projecten als The Mars Volta en Antemasque zijn de instrumenten niet onder het stof bedolven en ook de stembanden van frontman Cedric Bixler zijn goed geolied gebleven. Erg veel invloed van deze andere groepen is er echter niet te merken, ‘In•ter a•li•a’ lijkt vooral verder te gaan waar ‘Relationship of command’ zeventien jaar geleden ophield en doet soms vergeten dat de band ooit uit elkaar was.

Alle elementen die de band z’n typische geluid meegeven zijn weer aanwezig. Hun gevoel voor scherpe melodieën en gitaarriffs zijn ze duidelijk nog niet kwijtgespeeld, de tempowisselingen vliegen je weer om de oren en de extravagante stem van Bixler klinkt nog steeds enorm gepassioneerd. Op tekstueel vlak profileren ze zich opnieuw als “die punkband waarvoor je best je woordenboek erbij neemt”. Het album is over het algemeen een vrij intense luisterbeurt en navigeert tussen gematigde en snoeiharde passages, al wordt op nummers als ‘Ghost-tape no. 9’ wat gas teruggenomen. Op deze manier creëert At the Drive-In de nodige adempauzes waardoor de andere nummers nog harder aankomen. Liefhebbers van de band worden alvast op hun wenken bediend met doordachte beuknummers die complexiteit en emotie op een innemende manier weten te verweven.

Als we toch een punt van kritiek moeten geven, dan is dat op het vlak van productie. De manier waarop alles gemixt is voelt soms wat rommelig aan en geeft niet voldoende ruimte aan elk instrument. Alle muzikanten doen indrukwekkende dingen met hun instrumenten, maar de afzonderlijke elementen verdrinken soms in een wat modderig geheel. De nummers zijn sterk genoeg geschreven om ondanks de mix te blijven boeien, al blijven we achter met het wrange gevoel dat er nog net iets meer in had gezeten.

Hoewel ‘In•ter a•li•a’ een album is dat weinig nieuws toevoegt aan het oeuvre van At the Drive-In, toont het wel aan dat ze de kneepjes van het vak nog niet verleerd zijn. Misschien is dat wel de belangrijkste taak van een comeback: de fans laten weten dat je nog steeds dezelfde muzikale kwaliteit kan afleveren. De vernieuwing kan vervolgens uitgesteld worden tot eventuele latere albums. Op vlak van productie verliest de band punten, maar we zijn toch vooral blij met hun terugkeer en we hopen dat ze ons niet te snel opnieuw verlaten.