Baroness herleeft op ‘Gold & grey’

door Jonas Van Laere

Baroness toonde zich de afgelopen jaren uiterst weerbaar. Twee bandleden stapten op na het busongeluk van de groep in 2012. Zanger – en enig origineel lid – John Baizly revalideerde zelf enige tijd van zijn fysieke én mentale kwetsuren. En er moest voor de zoveelste maal een nieuw bandlid ingepast worden. Gitariste Gina Gleason (in het verleden onder andere op het podium met The Smashing Pumpkins en Carlos Santana) maakt op ‘Gold & grey’ haar debuut en dat lijkt Baroness opnieuw wat meer kleur te geven. De plaat staat over de gehele breedte – en met zeventien nummers is die niet gering – stevig in zijn schoenen, en is mogelijk echt het begin van de wederopstanding.

Baizly beschrijft het album als “the most clear representation of the artistic vision I have for the band that we’ve ever done”, en daar valt wat voor te zeggen. Baroness heeft steeds getracht de grenzen van het metalgenre te overstijgen, wat hen op ‘Purple’ net iets te dicht bij de afgrond van mainstream rock bracht. Maar met de riffs van Gleason en de hernieuwde energie van Baizly staan de metaalinvloeden op ‘Gold & grey’ terug centraler. Het gitaarwerk van Gleason mag dan wel slechts af en toe echt op de voorgrond treden, haar bijdrage is onmogelijk te onderschatten.

De kraut-, post- en progrockinvloeden van drummer Sebastian Thomson (Trans Am) en de jazz-geschoolde bassist Nick Jost worden doorheen het album ten volle uitgespeeld, wat tot fascinerende passages leidt. De muzikale spitsvondigheden en dwarse lagen geven zich echter niet altijd meteen prijs. De vernuftige baslijn in ‘Seasons’ houdt zich in dat opzicht soms ver weg van de typische metalsound, terwijl de razende factor van het nummer er niet minder op wordt. Het kost enige moeite, én tijd, om door die eerste muur te breken, maar je wordt er achteraf rijkelijk voor beloond.

‘Emmet – radiating light’ is één van de rustpunten waarbij Baizly met weinig woorden toch diep in zijn eigen ziel laat kijken. Niet voor het eerst trouwens. Ondanks alle lof voor het muzikale is het ook inhoudelijk een betere plaat dan ‘Purple’.  Zonder openbarend te zijn trekt Baizly, door in zijn eigen ziel te gaan kijken, te gepasten tijde vlagen van reflectie op gang.

Met ‘Gold & grey’ verruimt Baroness opnieuw zijn horizonten zonder hiermee op zijn bek te gaan, ook niet met het gebruik van strijkers, piano, synthesizers en zelfs buisklokken. Het duo ‘Anchors lament’ en ‘Throw me an anchor’ omvat zowat alle mogelijke benaderingen van het arsenaal dat Baroness anno 2019 beheerst: orchestraal, introvert, urgent, verschroeiend en zelfs een beetje kitsch. De combinatie Thomson/Baizly gooit hierbij hoge ogen.

Minpunten? Ja, zeker. ‘Gold & grey’ mocht gerust gebalder zijn. De dubbelaar herleiden tot een twaalftal nummers had de groep wellicht extra punten opgeleverd. ‘I do anything’ of muzikale flard zonder doel ‘Crooked mile’ vormen geen meerwaarde. In het midden van de plaat gaat de voet net teveel van het gas en met ‘Broken halo’ trekt de band dit niet meteen recht. Gelukkig zit er voldoende venijn in de staart. ‘Can oscura’ is een gebalde combo psych- en dessertrock en de dynamische crossovers in ‘Borderlines’ zijn vintage Baroness. Afsluiter ‘Pale sun’ tapt dan weer uit een vaatje dat nog nooit is geopend en zet de deur open naar nieuwe horizonten.

Je leest het goed, de feniks die Baroness heet is aan het herrijzen. Alle kleuren zitten opnieuw in zijn verenkleed en de val na het verlaten van het nest is overgegaan in een vlucht richting horizon.

Wie Baroness live aan het werk wil zien, kan dat op 4 november als voorprogramma van Volbeat in het Sportpaleis (info & tickets)