Bo Ningen – III: niet voor een romantische picknick

door Tom Peeters

Klikte je op deze recensie omdat je ervan overtuigd bent dat Bo Ningen een schattige Scandinavische Vikinggriet is die lieflijke indiepop maakt? Onze excuses, maar je bent eraan voor de moeite. Bo Ningen is namelijk het pseudoniem van vier vanuit Londen opererende Japanse bonenstaken die naast een heilige schrik voor de kappersstoel ook een liefde voor lawaai delen. Met ‘III’ laten ze hun, wel ja, derde album op de wereld los. Die plaat klinkt allesvernietigender dan Fukushima. We horen noise, psychedelica en chaotische ruimterock die meer verschillende kanten uitspringt dan Sonja Kimpen tijdens haar ochtendsessies aerobics; nee, dit is geen muziek die je opzet voor een romantische picknick met je geliefde, tenzij je ballen van staal hebt natuurlijk.

Vooral tijdens het eerste deel van de plaat duiken bij ons vaak visioenen van The Mars Volta op, voornamelijk omdat het kattengejank van Taigen Kawabe een even groot “er staat een tepelklem op mijn testikels”-gehalte heeft als dat van The Mars Volta-keelkunstenaar Cedric Bixler Zavala. En laat die visioenen het nu net moeilijk maken voor ons: wij hebben een even grote aversie voor The Mars Volta als die band voor vierkwartsmaten. Er zijn met andere woorden heel wat dingen die wij liever doen dan een van hun klonen recenseren; de wei van Rock Werchter opkuisen met een tandenstoker bijvoorbeeld, of een cactus door onze buis van Eustachius rammen.

Het tweede deel van ‘III’ is beter. Lees: de boel is wat gecontroleerder en bevat minder enerverende zangpartijen. Het uitgesponnen ‘Mukaeni Ikenai’ schakelt het album van overdrive terug naar tweede versnelling en klinkt zowaar een beetje als Sigur Rós, ook al omdat Japans even groot Chinees is voor ons als IJslands. Het gaat Bo Ningen gek genoeg beter af. ‘Mitsune’ doet ons dan weer denken aan de krautrock van 120 Days. Maar tegen dan krijg je die cactus natuurlijk niet meer uit je oor.

Bo Ningen website

Album verdeeld door PIAS