Brian Eno brengt op ‘Reflection’ een rijkelijk gevuld minimalisme

door Geerhard Verbeelen

Terwijl heel de wereld met een stevige kater van de festiviteiten die bij een jaarovergang horen ontwaakt, kijkt Brian Eno op 1 januari vooruit. Op de eerst dag van het nieuwe jaar leverde de ambientpionier met ‘Reflection’ zijn negentiende album af. Hij kon geen beter moment kiezen om zijn nieuwste werk te lanceren. Tijd is een relatief begrip, al past ‘Reflection’ perfect binnen het vacuüm dat het einde van het desasteuze 2016 en de onzekere leegte van 2017 creëert. We lezen hier zijn eigen woorden: “People are thinking hard, and, most importantly, thinking out loud, together. I think we underwent a mass disillusionment in 2016, and finally realised it’s time to jump out of the saucepan.” 

Als je dacht dat Kanye West al te ver ging met zijn bewerkingen van het al uitgebrachte ‘The life of Pablo’, dan gaat Eno nog een stapje verder: naast een fysieke en digitale release wordt er samen met Apple TV een app ontwikkeld die de muziek van deze langspeler eindeloos laat afspelen en kan bewerken. Het symboliseert de eeuwigheid en tegelijk de vergankelijkheid die dit soort muziek met zich meedraagt.

Toch is lang niet iedereen fan van het ambientgenre. Voor sommigen is het niet meer dan geestdodende muzak, een eeuwig gelanterfanter dat nooit echt op gang komt. Zonder een echt begin- en eindpunt is het inderdaad een erg minimalistisch en spaarzaam werk. Alleen diegenen die zich ervoor openstellen, kunnen de wondere wereld van kalmte ontwaren. Voor hen biedt het een mogelijkheid tot escapisme aan de hectische leefwereld en dient het als een heldere droom in een woelige nacht.

Het album klokt af op vierenvijftig minuten en is niets meer  of niets minder dan een lang uitgesponnen soundscape. Er zijn geen afzonderlijke nummers te onderscheiden, de tracklist bestaat uit een enkel nummer.

Bij ‘Reflection’ denken we meteen aan de weerspiegeling van een beeld op het water. Net als een steentje langzaam wegijlende kringetjes in het water weet te scheppen, zo klinken hier en daar drone-achtige synths die langzaam wegkwijnen in het onbestemde klankenpatroon. Het spel van uitwijken en wederkeren vormt de basis van deze plaat. Af en toe komen er enkele klanken samen, die dan harmonieus groeien tot een nieuwe galm, zoals we voor het eerst horen rond minuut elf. Wat later sterven ze stille dood en maken ze opnieuw plaats voor klanken die elders in de spatiale ruimte ontspringen. Zeer subtiel, minutieus en met veel gevoel voor finesse weet de Brit zijn stempel te drukken en schept hij een vredevol decor.

Metaforen van natuurfenomenen zijn misschien cliché, maar onvermijdelijk om zulke zinnenprikkelende muziek te beschrijven. Als een impressionistische schilder weet Eno eindeloos uitgestrekte Oosterse landschappen te distilleren.Toch reikt hij ons slechts een schets aan; de precieze invulling moet je zelf bedenken. Want nog meer dan bij andere muziek bepaalt de eigen gemoedstoestand veel van de opgeroepen sensaties. Of het nu zwaarmoedige melancholie of stilzwijgende sereniteit is, het is muziek die je  alleszins niet onberoerd zal laten. Om niet helemaal over te komen als aftandse hippies die een te grote portie LSD hebben genomen, gaan we het woord ‘mindfulness’ niet in de mond nemen, maar je begrijpt vast wel wat we bedoelen.

Van een man die al meer dan veertig jaar muziek maakt en enkele genrebepalende albums wist af te leveren, verwachten we natuurlijk enkel het hoogste goed. Deze torenhoge verwachtingen lost hij slechts gedeeltelijk in, wat allicht niet genoeg zal zijn om de criticasters te overtuigen. ‘Reflection’ is geen meesterwerk als ‘Discreet music’ of ‘Ambient 1/ Music for airports’. Toch is het voor de trouwe fans een welgekomen nieuwjaarsgeschenk. Hoewel deze plaat dus niet meteen de geschiedenis in zal gaan als baanbrekend, is en blijft Eno een meester in wat hij doet. Telkens weet hij op het juiste moment de juiste tonen te laten verschijnen. De innovatieve producer bewijst daarmee dat muziek niet altijd met veel overdaad op de voorgrond moet treden, maar dat er ook schoonheid in ingetogenheid en somberheid zit.