Briqueville tast de randen van de duisternis af op ‘Briqueville II’

door Jonas Van Laere

Even de feiten overlopen. Briqueville brengt ‘Briqueville II’ uit met daarop ‘Akte V’, ‘VI’ en ‘VII’. De band hult zich voorlopig in stilzwijgen en tooit zich met maskers en capes. Ze zouden volgens de overlevering een reïncarnatie zijn van een verbond uit 1934 toegewijd aan het vertellen van tragische verhalen uit het verleden.  In 2014 brachten ze anoniem hun opmerkelijk debuut ‘Briqueville’ uit als verzet zich tegen de cult of personality. Voila, zo ben je helemaal mee met deze band. Rest ons enkel iets over de plaat zelf uit de doeken te doen.

‘Briqueville II’ valt bezwaarlijk te catalogiseren onder de noemer makkelijke popplaat. Het valt zelfs te bezien of de term ‘album’ wel een geschikte verzamelnaam is. Laat het ons voor het gemak een muzikaal toneelstuk noemen waarbij elk bedrijf vanuit een andere invalshoek nuances aanbrengt aan de lugubere geschiedenis die geschetst wordt. De waarheid krijgt verscheidene mantels aangepast en de interpretatie van de feitelijkheid valt steeds ten prooi aan de subjectieve blik.

Wanneer de bomen op de hoes, als achtergrond van een metershoge stapel van vlees ontdane botten, het enige kleurrijke zijn dat dit album omringt, weet je dat verdoemenis en verderf niet zullen plaatsmaken voor verlossing. In elke akte zoekt Briqueville zich een weg doorheen de duisternis waarmee het zichzelf zo graag omringt. Daarbij doet het beroep op een arsenaal aan metalvarianten om de tragiek der vertelsels vorm te geven. In ‘Akte V’ wordt angst gezaaid door een combinatie van ritmisch beuken en striemende gitaren. Enkele symfonische elementen proberen wat subtiliteit aan te brengen. Tot een finale krachtmeting komt het nooit, al blijft de spanningsboog de hele rit strak opgespannen.

De techniciteit krijgt een boost in ‘Akte VI’ en schurkt daarmee aan tegen het zware geluid dat we van Mastodon kennen. Briqueville gooit echter meer oog voor detail en een portie stoner in de strijd. Geduld blijkt doorheen het hele album een van de belangrijkste strijdwapens. Trage maar effectieve ritmes geven de beproeving extra glans, in hoeverre dat ooit een toepasselijke woordkeuze kan zijn. Wanneer voor het eerst een stemgeluid te horen is, versterkt het enkel de heersende onrust. Alleen doet deze passage net iets te veel aan Swans denken.

Pas in ‘Akte VII’ kan Briqueville, wars van alle invloeden en subgenres, zijn ware gelaat tonen. Hier dwalen onze gedachten niet af naar binnen- en buitenlandse genregenoten. De schimmige mannenstem en oosterse vrouwelijke gezangen zorgen voor de extra dimensie die dit album een eigen smoel geeft. De meer folky passage doet evenwel denken aan de gevoelswereld die The Black Heart Rebellion weet op te roepen.

‘Briqueville II’ begeestert door de schoonheid van verminking in een weerzinwekkend schemerlicht te plaatsen. Het schouwspel mag dan gruwelijk zijn, de esthetiek is dat geenszins.

Album verdeeld door N.E.W.S.

Briqueville stelt zijn album voor op 19/03 in de Charlatan (Gent), 31/03 in Het Bos (Antwerpen), 06/04 in Café Café (Hasselt), 07/04 in de AB (Brussel) en 21/04 in de 4AD (Diksmuide)