Brutus perfectioneert zijn stijl op ‘Nest’

door Lowie Bradt

Het Belgische Brutus slaagt erin om de brug te slaan tussen metal en een publiek dat ver buiten een select groepje metalpuristen reikt. Het geheim: inzetten op melodieën. Iets waar pakweg Deafheaven en dichter bij huis Amenra, hetzij op een andere manier, eveneens in slagen. Veel metalfans krijgen waarschijnlijk de rillingen van het hoge hipstergehalte dat daarmee gepaard gaat, wij konden niets anders dan fan zijn van een single als ‘All along’ en bij uitbreiding volledige eerste plaat ‘Burst’.

De ingrediënten op opvolger ‘Nest’ zijn voornamelijk hetzelfde gebleven. Muzikaal flirt het drietal met alles wat in en tussen black, post- en death metal en soms ook (post)rock ligt, Stefanie Mannaerts zingt de longen uit haar lijf en drumt de pezen uit haar onderarmen en binnenin al dat geraas verstopt het Brabantse drietal slimme, aanstekelijke en tegelijk pakkende songs. De singles die de band vooraf losliet op de streamingdiensten waren bloederige, doch goede tekens aan de wand. Quasi-anthems ‘War’, ‘Cemetery’ en ‘Django’ stonden elk in voor een intense luisterbeurt die ons, tussen de overweldiging door, keer op keer wist te beroeren.

Wat volgt op deze nummers is overwegend van uitstekende makelij. Opener ‘Fire’ doet wat je van een lied met die naam en van een intro mag verwachten: het is vurig opzwepend en zet de toon voor de rest van het album. ‘Horde V’ is een waardig vervolg binnen de ‘Horde’-series die de band over hun discografie verspreidt. Tussenstuk ‘Space’ is, wat ons betreft, echter een ietwat mislukt uitstapje richting een plakkerige rocksong. ‘Sugar dragon’ sluit de plaat dan weer af zoals het hoort: met een dikke 7 minuten durende uitputtingsslag die ons alle hoeken van de kamer én het volledige spectrum van Brutus’ kunnen laat zien.

De tracks zijn evenwel net iets te onderling inwisselbaar en daarin schuilt misschien ook het grootse gevaar bij dit album, niks springt er echt bovenuit. Dit zorgt evenwel ook voor een aangename coherentie die nooit een vervelende eentonigheid impliceert: op het korte ‘Space’ na doet elk nummer iets met ons, van opvulsel is er dus amper sprake, iets wat we op een slechte dag over debuut ‘Burst’ niet konden zeggen. Brutus toont met andere woorden op ‘Nest’ onnavolgbaar meester te zijn geworden over hun eigen stijl.

Brutus trekt later deze maand op tournee door Europa. Eind mei speelt de band in de Muziekodroom (26/05), Trix (30/05) en deze zomer op de Lokerse Feesten (04/08).