Clark zet zijn ‘Death peak’ tussen de dansvloer en bruut geweld

door Joppe Peeters

Warp-producer Clark bracht onlangs zijn negende plaat uit. Die kreeg de akelige naam ‘Death peak’ mee. Akelig is altijd al een kenmerk geweest van de Brit zijn werk, dat het midden houdt tussen de ‘slimme’ dansplaten en brute herrie.

Korte opener ‘Spring but dark’ zet die toon voort. Het klinkt mysterieus en spannend, en uiteraard ook donker. Al vanaf het eerste echte nummer, ‘Butterfly prowler’, trekt de plaat richting dansvloer. Vandaar daalt het feestje alleen maar ver naar beneden. Naar de veel lager gelegen, verdoken en duistere technokelders, waar de plaat in al z’n razernij nog wel even vertoeft. ‘Aftermath’ mag halverwege de langspeler zijn naam vervolgens alle eer aandoen wanneer het net op tijd passeert als bezinningsmoment. Het feest is, met uitzondering van de laatste stuiptrekkingen, gedaan.

Daarna neemt georkestreerde chaos de boel over in het al even toepasselijk getitelde ‘Chaos anthem’. De venijnigste uithalen zitten in de 10 minuten lange afsluiter ‘Un U.K.’. Na al die ongeleide projectielen laat Clark zijn plaat verweesd achter, met een lange afbouw. Het biedt de nodige ruimte om langzaam terug tot adem te komen.

Toch speelt Clark op ‘Death peak’ te veel op veilig. Er wordt net iets te braafjes buiten de lijntjes gekleurd en de chaotische uitbarstingen verlopen vaak op automatische piloot. Uitzonderingen daarop zijn ‘Catastrophe anthem’ en ‘Un U.K.’. Verder valt de scheidingslijn tussen dance en noise te hard op. Hoe subtieler die grens, en hoe meer alles door elkaar wordt gegooid, hoe beter het materiaal hier klinkt. Gelukkig zijn er ook genoeg momenten, zoals ‘Peak magnetic’ en ‘Hoova’, waarop dat aardig lukt.

Clark stond onlangs nog op het Brugse More Music festival. Hier lees je hoe dit live klonk.

Album verdeeld door V2