Clipping regisseert een aflevering ‘Griezelverhalen voor rappertjes’ op ‘There existed an addiction to blood’

door Tobias Cobbaert

Na het conceptueel erg sterke ‘Splendor & misery’ uit 2016 stond het experimentele raptrio Clipping voor een lastige vraag: hoe volg je een hip hop space opera op die gaat over de ontspruitende liefde tussen de artificiële intellegentie van een intergalactisch slavenschip en de laatste overlevende vracht op datzelfde voertuig? Door het over een volledig andere boeg te gooien en te focussen op een campy old school horroresthetiek, zo blijkt.

Na de intro (alweer zonder het ooit zo iconische “It’s Clipping, bitch”) wordt met ‘Nothing is safe’ meteen duidelijk waar de groep op deze plaat naartoe wil. De kille pianotonen klinken alsof ze rechtstreeks uit een John Carpenter soundtrack geplukt zijn en de huiveringwekkende lyrics van Daveed Diggs slagen er in combinatie met de griezelige beat moeiteloos in om een mysterieuze atmosfeer op te wekken. De uiteindelijke climax van het nummer komt veel harder aan dankzij de lange, onheilspellende opbouw, zoals het ook een goeie horrorfilm betaamt.

De meeste nummers op ‘There existed an addiction to blood’ klinken echter minder muzikaal. Meestal bestaan ze uit modderige, industriële soundscapes die terug doen denken aan het noisy debuutalbum ‘Midcity’ uit 2013, weliswaar met minimalistische melodieën die uit de chaos opdoemen en onze nekharen loodrecht doen opstaan. Mooie voorbeelden zijn de angstaanjagende orgel op het einde van ‘He dead’ of de ritualistische koorzangen tijdens hoogtepunt ‘Blood of the fang’.

Op zich is rappen over horrortaferelen natuurlijk niets nieuws, aangezien er met horrorcore al een volledig genre rond bestaat. In een wereld waarin soundcloudrappers alles zo edgy mogelijk proberen te brengen – zie de Ghostemanes en Scarlxrds van deze wereld – is de stoïcijnse, narratieve flow van Daveed Diggs echter een frisse wind. Zijn timbre is erg monotoon, maar door de enorme hoeveelheid aan ritmische variatie die hij in zijn raps steekt slaagt hij er toch in om niet eentonig over te komen.

We zijn blij dat Diggs de melodische accenten overlaat aan gastartiesten, want de sporadische keren dat hij zich zelf aan het zingen waagt zijn eerder tenenkrommend om aan te horen. Het overigens puike ‘Club down’ wordt tijdens het refrein een ware horror om te luisteren door de geforceerde manier waarop hij het refrein in een meezinger lijkt te willen veranderen. De gasten doen het gelukkig heel wat beter. Op ‘He dead’ klinkt Ed Balloon als een sjamaan die ons onder een bezwering slaagt en weet hij tegelijk een humoristische noot toe te voegen met zijn laconieke “Oh, he dead”-mantra. Op gelijkaardige wijze zorgt La Chat op het verder ijzingwekkende ‘Run for your life’ voor wat klassieke hiphop swagger met haar “You ain’t scared, is ya?”-uitroepen.

De teksten lijken vooral horrorfilms als inspiratiebron te gebruiken, maar Diggs betrekt ook heel wat realistische doch gruwelijke onderwerpen in zijn teksten. ‘La mala ordina’ gaat bijvoorbeeld over het verschil tussen enerzijds rappers die vooral doen alsof ze gevaarlijke gangsters zijn en anderzijds echte gangsters die niet pochen met wie ze zijn maar wel aan “body art” doen – in dit geval letterlijk kunst gemaakt uit lichaamsdelen. Nog bloederiger wordt het op ‘The show’, dat gaat over zogenaamd “red rooms”, livestreams op de donkerste krochten van het web waarbij mensen betalen om te beslissen hoe het slachtoffer het loodje moet leggen. ‘Blood of the fang’ gaat dan weer over de gewelddadige geschiedenis van racisme die de wereld kent. Clipping slaagt erin om heel wat relevante thema’s aan te snijden, zonder daarvoor het basisidee van de plaat te moeten verloochenen.

De slechtste momenten op ‘There existed an addiction to blood’ zijn eigenlijk de non-muzikale tracks. De interludes die een dialoog uit een horrofilm samplen zijn een wat te gemakzuchtige manier om een link met het overkoepelende thema te leggen en halen vooral de vaart uit de plaat. ‘Prophecy is dan weer een niemendalletje dat gelukkig niet te lang duurt. We moeten het echter vooral over de afsluiter hebben. Clipping heeft z’n platen wel al eerder op bedenkelijke wijze afgesloten. Zo hebben ze al een kapitalistische ode aan Steve Reich en een potpourri van samples eerder op het album te horen op hun conto staan. Deze keer sluit het album af met ‘Piano burning’, aan achttien minutenlange field recording van, wel ja, een brandende piano. We kunnen wel eventjes gniffelen om het idee, maar verder is het vooral een reden om onze luisterbeurt een nummer eerder te beëindigen.

Desalniettemin levert Clipping met ‘There existed an addiction to blood’ een van zijn sterkste albums tot nu toe uit. Het concept is misschien minder literair dan dat van ‘Splendor & misery’, maar doordat het piekfijn uitgewerkt wordt werkt het toch minstens even goed. We hebben een hekel aan seizoensgebonden platen, met de afschuwelijke kerstmuziek op kop, maar nu hebben we toch iets in onze platenkast staan dat we zonder gêne kunnen draaien op Halloween.