Cult Of Luna brengt met ‘A dawn to fear’ de beste en hardste metalplaat van het jaar uit

door Kevin Bruggeman

We kunnen ons inbeelden dat u nog nooit van Cult of Luna hebt gehoord. Hoewel de band één van de vaandeldragers van de post-metalstroming is – wat dat ook moge betekenen – blijven ze relatief onbekend en moet het zich tevreden stellen met een plaats rond het middaguur op een festival als Graspop. Isis bestaat immers niet meer en de jongste worpen van Neurosis waren geen voltreffers. Ondanks ons eigen Amenra lijkt post-metal het als genre niet te redden. Nochtans is de tijdsgeest helemaal rijp voor een streepje trage en donkere hardere gitaren, wat Tool onlangs duidelijk maakte met ‘Fear inoculum’. Dat album was ongetwijfeld de meest geanticipeerde plaat van het jaar. Cult of Luna doet in wezen niet veel anders, zij het nog donkerder, nog dreigender en vooral nog harder.

Dat is in hoofdzaak te wijten aan de strot van ‘zanger’ Johannes Persson. Tachtig minuten schreeuwt hij zich niets ontziend de longen uit het lijf. Dat is een hele brok die niet voor iedereen even vlot verteerbaar zal zijn. Toch weet Cult of Luna al hun voorgaand werk, inclusief het epische ‘Somewhere along the highway’ te overtreffen door er op ingenieuze wijze voor te zorgen dat de plaat nergens verveelt of in herhaling valt.

Zo weten de heren voldoende broodnodige rustpunten toe te voegen aan hun loodzware geluid, zij het door breed uitwaaierende postrockachtige gitaren alle ruimte te geven (de intro van ‘Lights on the hill’ duurt meer dan drie minuten) of door zowaar een clean stemgeluid toe te voegen aan de muziek. Dat gebeurt niet vaak. Het is COL’s handelsmerk niet. Het gebeurt enkel in de atmosferische openingsminuten van het titelnummer en in het donkere, mysterieuze ‘We feel the end’. Net omdat ze zo spaarzaam zijn toegevoegd, zijn het uitstekende toevoegingen aan het kenmerkende geluid van de groep. Bovendien is het inventiever dan wat genregenoten als The Ocean of Russian circles doen (nu ja, die laatsten gebruiken helemaal geen stem).

Voor het overige delen Persson en co de ene na de andere mokerslag uit. Na de gruizige openingsfase stuwt een beukende drum ‘The silent man’ langs tien minuten durende orkaankracht naar de totale verwoesting. Niet dat daarmee het leed geleden is, want ‘Lay your head to rest’ boet niets aan intensiteit in.

Acht nummers voor tachtig minuten muziek: dat betekent dat meerdere nummers de grens van de tien minuten overschrijden. Het epische ‘Lights on the hill’ spant de kroon, duurt een kwartier en is een absoluut hoogtepunt. Afsluiter ‘The fall’ duurt dertien minuten en is dat ook. In ‘Nightwalkers’ klinkt Persson kwader dan ooit. Kwaad op de staat van de wereld. De trage, aanhoudende gitaarriff wordt halverwege onder tafel geveegd door een sneller intermezzo en een nieuwe, allesoverheersende riff. Het kenmerkt ‘A dawn to fear’: afwisseling tussen snel en traag, maar met immer imponerend gitaarspel.

Wie een band als Tool wel kan pruimen en stiekem hunkert naar harder en ruiger, moet Cult of luna zeker een kans geven. Wie zijn ouders echt wil choqueren, moet Cult of luna in huis brengen. Wie gewoon een lap staalharde, inventieve en epische metal wil horen moet ‘A dawn to fear’ gewoon zo snel mogelijk aanschaffen.

Cult of luna speelt op woensdag 27 november in Trix in Antwerpen (tickets en info).