Cymbals Eat Guitars verruimt het muzikale spectrum op ‘Pretty years’

door Frederik Jacobs

Wanneer Cymbals Eat Guitars een nieuw album uitbrengt weet je nooit helemaal wat te verwachten. Sinds 2007 dartelt muzikale veelvraat Joseph D’Agostino vrolijk over de indiepopweide, hier en daar een nieuwe invloed meegraaiend. Op zijn vorige drie albums hoorden we veel gitaargeweld, terwijl folk en elektronica eveneens aan bod kwamen. Met ‘Pretty years’ voegt D’Agostino daar ook nog eens eightiespop aan toe.

 Na amper een minuut heeft Cymbals Eat Guitars’ vierde langspeler ons al twee keer naar de keel gegrepen. De heerlijk rauwe gitaren die de intro verzorgen doen denken aan het beste van Two Gallants, om nog maar te zwijgen over het in melancholie gedrenkte dromerige refrein. Ja, opener ‘Finally’ kan tellen als mokerslag. Het is bovendien een van de enige songs op ‘Pretty years’ die voortbouwen op de sound van voorganger ‘Lose’. In dat rijtje vallen ook het hyperactieve, zij het lichtjes overbodige ‘Beam’ en goeie single ‘4th of July, Philadelphia’. D’Agostino toont zich van zijn meest poppy kant en steekt zijn enthousiasme niet weg. Waarom zou hij, met zo’n lekkere bas als begeleiding? Minstens even aanstekelijk is het zomerse ‘Have a heart’. Ja, Cymbals Eat Guitars laat zien dat het van alle markten thuis is.

In muziek bestaan er echter ook grenzen die riskant zijn om af te tasten. En laat D’Agostino op sommige nummers van ‘Pretty years’ nu net een van de meest riskante uitgekozen hebben: die van de eightiespop. In het donkere ‘Close’ combineert hij zware synths met een surfrockvibe en neerslachtige lyrics. Wonderbaarlijk genoeg resulteert dat in een erg sterke song. Nog gewaagder is de glampop van single ‘Wish’. De gladde synths en drukke blazers lijken weggelopen uit de ‘Let’s dance’-periode van Bowie, terwijl D’Agostino zijn stem in onnodige bochten wringt. Goed geprobeerd, al is het niet bepaald geloofwaardig. ‘Dancing days’ is dan weer een synthesizer-ballade die zo groots wordt aangepakt dat hij doet denken aan een combinatie van het melige van Tom Odell en de bombast van The Killers. Klef en o zo overbodig.

‘Pretty years’ is een ambitieus album met wisselende successen. De gitaarsongs die voortbouwen op Cymbals Eat Guitars’ oudere werk blijven het beste werken, al levert Joseph D’Agostino’s ontdekkingstocht in het muzikale universum tegelijkertijd interessante experimenten op. Af en toe verslikt hij zichzelf in enthousiasme en bombast, maar over het algemeen blijft ‘Pretty Years’ een aangenaam en afwisselend luisterstuk. We zijn benieuwd wat het vijfde album gaat brengen.

Album verdeeld door Konkurrent.