De magistrale moedeloosheid van Nothing en hun ‘Tired of tomorrow’

door Mattias Goossens

Nothing heeft een nieuwe plaat af en is daar fier op. Terecht, want ‘Tired of tomorrow’ is een intense beleving die smeekt om gehoord te worden.

Een meme-generator, eigen emoji’s en een albumstream: Nothing omarmde in de aanloop naar z’n tweede langspeler de hedendaagse snufjes met beide armen. Muzikaal blijven ze echter schatplichtig aan de alternatieve scenes van eind jaren 80 en begin jaren 90. Dat soort opzichtige reanimaties heeft helaas al vaak tot overbodige pastiches geleid, en Nothing verdient bijgevolg des te meer lof omdat ze er op ‘Tired of tomorrow’ in geslaagd zijn om een album af te leveren waarvan je blij bent dat het in het hier en nu wordt uitgebracht.

What a time to be alive indeed. Verontwaardiging en ontgoocheling kun je niet vangen binnen een generatie XYZ, en Nothing put eveneens inspiratie uit zaken die falen. Als idealistische en principiële band was het bijgevolg extra hard slikken toen ze ontdekten dat Collect Records, het label dat ‘Tired of tomorrow’ oorspronkelijk zou uitbrengen, financieel gesteund werd door Martin Shkrelli. Shkrelli, die misantropie naar een hoger niveau tilde door een aidsmedicijn uit de markt te prijzen en vervolgens ook nog het enige exemplaar van Wu-Tang album ‘Once upon a time in Shaolin’ kocht en dreigde te vernietigen, is nu niet meteen iemand waarmee de heren van Nothing een spelletje UNO zouden spelen. Gelukkig voor Shkrelli waren de opnames toen al achter de rug, waardoor je geen muzikale uithalen hoeft te verwachten. Als nieuw label werd Relapse Records uitgekozen – geen onbekende voor liefhebbers van alles wat hard is.

Dat het absoluut geen shoegaze-plaat is, liet gitarist Brandon Setta zich ontvallen op het einde van de mini-documentaire die de band op YouTube plaatste. De effectpaneeltjes die verantwoordelijk zijn voor de typische sound zijn echter niet verbannen, en er zijn voldoende passages die uitnodigen tot een partijtje grondstaren. Daarnaast schemeren punk-, hardcore- en altrockinvloeden evenzeer door. Die verscheidenheid zorgt ervoor dat Nothing zichzelf zelden lijkt te herhalen in een soort van opzichtige stijloefening. Het geheel is een album dat na een luisterbeurt vertrouwd aanvoelt, en vervolgens langzaamaan zijn geheimen prijsgeeft terwijl het zich onder je huid nestelt. Laat je niet misleiden door de beukende intro van albumopener ‘Fever queen’, want dat soort bruuske uithalen vormen slechts een klein deel van de plaat. Veel vaker genieten melodie en uitwaaierende gitaren de voorkeur.

Domenic Palermo kerft tekstueel diep in z’n ziel, en laat de druppels bloed, zweet en tranen netjes verspreid vallen. Het lijkt alsof hij er beetje en beetje in slaagt om met zichzelf in het reine te komen, al voel je haast in elk nummer dat het geronnen bloed nog vers is. Hij zal waarschijnlijk wel altijd met zichzelf in de knoop blijven liggen, al ontwarren we hier en daar enkele hoopgevende stukjes. Het waanzinnig mooie ‘The dead are dumb’ bijvoorbeeld, of de piano in het afsluitende titelnummer.

Nothing perfectioneert de zaken die we konden smaken van voorganger ‘Guilty of everything’ en levert een louterend juweeltje af voor wie zich aan de band overgeeft. Je hebt tijdens het luisteren echter al snel door dat alle verzet tegen deze ‘Tired of tomorrow’ zinloos is.

Album verdeeld door Relapse Records

Nothing heeft voorlopig geen Europese tourplannen, maar we houden je op de hoogte!