Destroyer drukt met ‘Ken’ de vinger lieflijk op de maatschappelijke wonde

door Jonas Van Laere

Destroyer moet een van de weinige groepsnamen zijn die zo atypisch is voor haar eigen muziek en ze tegelijkertijd helemaal karakteriseert. Opper-Destroyer Dan Bejar is namelijk meester in de zachte satire en is niet vies van wat opzettelijke tegenstrijdigheid. Op ‘Ken’ diept hij dat concept verder uit.

Bij de eerste noten van opener ‘Sky’s grey’ word je meteen overvallen door de minzaamheid en intimiteit van man’s stem. Terwijl de letterlijke boodschap iets minder rooskleurig is bedoelt hij eigenlijk: geniet van de heerlijkheid van het bestaan. Wees weemoedig maar heb daarnaast oog voor alle gelukzaligheid. Maak je niet druk om maatschappelijke verwachtingen en durf kiezen voor de traagheid der dingen. Niet verwonderlijk dat “I’ve been working on the new Oliver Twist” meermaals herhaald wordt. Charles Dickens schreef deze 19de-eeuwse roman als protest tegen de wantoestanden in de Victoriaanse samenleving. Bejar doet anno 2017 een nieuwe poging tot stil verzet.

Naast het rustgevende doch vastberaden stemgeluid van Bejar en de edele muzikale vormgeving bezit Destroyer een belangrijke derde troef. Hij kan met een enkele zin de vinger op de maatschappelijke wonde te leggen. “I can’t pay for this, all I got is money” klinkt het tijdens ‘Sometimes in the world’, of “Good things come to those who wait forever” in ‘Ivory coast’ markeren de worstelingen van onze tijdsgeest. De zoektocht naar onmiddellijke bevrediging in een wereld waar de druk om je leven ten volle en ten allen tijde genietend te benutten, zo groot is dat we niet meer saai, ongelukkig of stressloos mogen zijn. De overpeinzingen en het oordeel laat hij over aan de luisteraar waardoor de focus steeds op de muziek blijft liggen.

Waar ‘Kaputt’ uit 2011 een zomerplaat voor aan de barbecue was, is ‘Ken’ een herfstplaat geworden. We raden aan ze te beluisteren al wandelend tussen vers gevallen bladeren. Melancholie wordt hier in zijn meest positieve vorm geëtaleerd. Elk nummer wordt charismatisch perfect opgebouwd. Het is niet altijd duidelijk wat Bejar duidelijk wil maken, al raak je telkenmale betoverd door de manier waarop hij eloquent uit de hoek komt. Hij zou er allicht ook in slagen om grasmaaiers in de woestijn te verkopen, indien hij tenminste zijn muzikale omkadering mag meenemen.

‘Ken’ is doorspekt van een vol en gevarieerd geluid waarbij telkens een ander instrument de eerste viool mag spelen. Een akoestische gitaar en piano in ‘Saw you at the hospital’ synths en drums tijdens ‘In the morning’, elektrische gitaar en tamboerijn in ‘Cover from the sun’, een kopersectie in ‘Tinseltown swimming in blood’. Al is de grootste verandering dat Destroyer elektronica is gaan omarmen en synths met succes een prominente plaats innemen. Het geeft de plaat meer kracht en dynamiek, maar zorgt vooral voor een sluimerende spanning doorheen de nummers.

De laatste lofbetuiging gaat naar ‘Rome’, het mooiste nummer op de plaat. Het gevoel dat we soms willen vluchten in plaats van te vechten is nog nooit met zoveel warmte en liefde in de armen gesloten. Door de intieme en muzikaal rijke omkadering en het wondermooie saxgeluid op het einde omvat dit nummer het ultieme Destroyer-gevoel, dromerige sentimentaliteit die alsnog verrukking weet op te wekken. De warme gloed straalt doorheen het album voortdurend op je af af zonder dat de mistroostigheid plaats moet ruimen. Ze gaan hand in hand. Meer nog: de een kan niet zonder de ander voortbestaan.

Destroyer staat 10 december in de Botanique (info & tickets).