Door de mazen van het net – platen kort besproken

door Jens Van Lathem

Je hebt het misschien ook al gemerkt: er worden in deze wereld meer platen gemaakt en uitgebracht dan goed voor je oren kan zijn. De Indiestyle-redactie zou graag elk exemplaar uitvoerig analyseren, maar moet het soms bij een korte beschrijving houden. Hieronder kan je ze lezen, met bijdragen van Thomas Konings, Filip Tyskens, Jens Van Lathem, Anthony Brynaert, Aïda Gabriëls, Beau Janssens, Wout Claeys, Filip Tyskens en Jonas Van Laere.

Ceremony – The L-shaped man

In tegenstelling tot de Amerikaanse postpunkers van Ceremony zullen wij wél met de deur in huis vallen: ‘The L-shaped man’ is goed binnen hun genre zoals een sitcom eventjes leuk is binnen de huidige wedergeboorte van de televisiereeks. Amusant voor een halfuur, en om de paar minuten goed voor een opleving, maar ook iets te snel vergeten. Vergeef ons trouwens de verwijzing naar televisie, het is gewoon dat onze gedachten tijdens de eerste twee songs op deze plaat altijd weer afdwalen naar andere, meer instant genietbare oorden. Het is niet dat we ons geen moeite willen troosten om muziek te doorgronden, maar ‘Hibernation’ en ‘Exit fears’ zijn toch echt te oppervlakkig troosteloos. Gelukkig dat deze zwartfrakken zich daarna herpakken en we op de rest van ‘The L-shaped man’ een paar goede hooks (‘The pattern’, ‘The separation’) en een smeulend heilig vuur kunnen ontwaren (‘Bleeder’, ‘The understanding’). Goed voor een blauwe maandag dus, maar voor de rest van de week kiezen wij voor Interpol of Joy Division. (FT)

Ceremony Facebook

Album verdeeld door Matador

Clare Maguire – Don’t mess me around

Met nummers als ‘Paper thin’ bewees Clare Maguire in 2014 dat ze haar prachtige stem zonder een overdosis drama en met het nodige mysterie in eerder subtiele ballads kon implementeren. Op ‘Don’t mess me around’ gaat het tempo op drie van de vier nummers de hoogte in en zingt de Britse over vrij klassieke popgeluiden. Daarbij doet de artieste een poging van de nodige soul te voorzien, maar – hoewel ze daar deels in slaagt – klinkt het resultaat vaak net zo schreeuwerig en opdringerig als de vocals van Gossips Beth Ditto. Het hoogtepunt van de ep is zonder twijfel ‘Dream big’ waarin Maguire ironisch genoeg net eens niet groots uit de hoek komt. Back to basics en het geluid van het ouder werk, alsjeblief. (TK)

Clare Maguire Facebook

Album verdeeld door Disco Naïveté

Howling – Howling

Howling is het samenwerkingsverband van bezige bij en opperlumbersexual Ry X, en Âme-producer Frank Wiedermann. Het duo heeft een plaat uit, die heet ‘Sacred ground’ en pretendeert de gevestigde regels van de kunst te ontwijken. Helaas pakt dat niet al te geweldig uit. Het resultaat is niet alleen ongeïnspireerde pastiche (denk Coldplay dat experimenteert met deephouseinvloeden), maar ook een werk dat de doelen van muziek negeert. Liedjes worden lang gerekt, maar missen emotie, durf, spanning of eender welk element dat kwaliteit van achtergrondmuziek kan onderscheiden. Wanneer ergens aan het einde van het album (skip gerust lustig door alle voorgaande songs) een Bonobo-achtig geluid gevonden wordt in ‘Forest’, gaat de spanningsmeter even de hoogte in tot het geluid halverwege al volledig uitgemolken blijkt. Het daaropvolgende ‘Howling’ begint dan weer als een veelbelovend solonummer van Ry X (met gevoel, hallelujah), maar vervalt al snel in de typische saai onderhoudende zonsopgangsgeluiden die deze plaat tekenen en een zege zijn voor mensen die graag een reisverslag op YouTube zwieren. Zo strandt ‘Sacred ground’ op twee eerder goede, maar vreselijk uitgewerkte ideeën: too bad, so sad. (TK)

Howling Facebook

Album verdeeld door N.E.W.S.

metz

Metz – II

De jongens van METZ lijken niet bepaald gekalmeerd. Op hun tweede langspeler (uitgebracht bij Sub Pop) gaat het trio verschroeiend en vermoeiend hard. Het ene compromisloze nummer na het andere strijdt om de titel van meest verwoestende post-punksong uit het jaar 2015. Wie na een lange dag met frustraties achterblijft, vindt vast een vriend in deze langspeler. Wie na een lange dag nood heeft aan rust, blijft beter ver uit de buurt van ‘II’. Songs als opener en uitschieter ‘Acetate’ hebben wel een scherp gitaarrandje dat flink kan bijten, maar uiteindelijk dramt de plaat al te vaak in dezelfde overstuurde kadans voort. Er missen momenten waarop de band ofwel van haar formule afwijkt, ofwel nog meer de diepte van dat edgy geluid ingaat, ofwel (en bij voorkeur) een combinatie van de twee doet. (TK)

Metz Facebook

Album verdeeld door Konkurrent

Team William – Drama

Zelden werd een albumtitel zo goed gekozen. Team William promoveert hun synths van ondersteunende melodiemakers voor hun gitaarpop op het zelfgetitelde debuut tot overweldigende sfeermakers op opvolger ‘Drama’. Die toetsen bezwangeren dertien songs van een eerder ongezonde dosis, euhm, drama. Ze vormen het muzikale equivalent van een extreme slow-motion laatste scène in een standaard romantische film en tegelijk de perfecte begeleiding voor de zagerige twang van Floris De Decker. Al snel vroegen we ons af waarom nummers als ‘Close enough’, ‘Back 2 sleep’ en ‘Poets’, die je met veel goede wil als typisch Vlaamse versies van zo bejubelde retrobands als Ballet School en Future Islands kan zien, ons toch niet weten te overtuigen. Het antwoord is dat Team William ons het gevoel geeft in een climax terecht gekomen te zijn zonder enige notie van context of opbouw en die sfeer zelfs doortrekt naar hun ballades. Zo weet je vaak van bij de eerste seconde waar een song op zal uitdraaien: een tot in den treure toe herhaalde oneliner of wat kleffe variaties daarop (“We’re gonna build a new country!”, “Go back to sleep!”) die ons zouden moeten opzwepen. Quod non. (JVL)

Team William Facebook

Album verdeeld door Keremos

I will, I swear – Strings of gold

Het minste dat je kan zeggen van I will, I swear is dat ze hard gewerkt hebben in de aanloop naar deze ep. Van de zware pianotoetsen die in ‘Summer nights’ als warme golven om je oren slaan tot de harmonieën in ‘Lakes’: de sound van deze Gentse sadpoppers graaft een pak dieper dan toen ze pas aan het venster kwamen piepen. Bovendien bezit zangeres Fien Deman de gave om tegelijk bedeesd, bedroefd en prettig catchy te klinken. Laat daar nu net het schoentje wringen; de vocalen van Deman overmeesteren met gemak alles wat de instrumentatie tegenwerpt en zijn vaak het enige element binnen een song dat finaal onze aandacht wint. Door een gebrek aan broodnodig tegengewicht gaat zelfs een rasechte tearjerker als ‘Better than this’ na verloop van tijd als een heel gemotiveerde, maar afgerammelde spreekbeurt uit het zesde leerjaar klinken. Een postrockuitbarsting, zoals bij single ‘Sleep’, had snel evenwicht en spanning in deze ep geïnjecteerd, en had deze verzameling in essentie bloedmooie nummers ook echt in onze kleren doen kruipen. (JVL)

I will, I swear Facebook

Album verdeeld door N.E.W.S.

I Will, I Swear

Eskmo – Sol

Eskmo is het eenmansproject van de Amerikaan Brendan Angelides. ‘Sol’ is zijn derde soloalbum in vijf jaar tijd en bewijst dat de man een bezige bij is. Het begint allemaal prima, de eerste drie nummers geven het album een vliegende start en je verkeert meteen in de sfeer die de artiest succesvol tracht te scheppen. Jammer genoeg loopt het daarna al snel een beetje spaak. De positieve vibe van het openingstrio wordt ten eerste gebroken door het nietszeggende ‘Mind of war’. Het probleem ligt ‘m overwegend niet zozeer bij het individuele maar wel bij het collectieve. De coherentie is al heel snel zoek, Sol kamt met het probleem van té veel te willen zijn. Een zacht pianonummer à la Nils Frahms ‘Ambre’ (‘Tamara’) wordt opgevolgd door duistere drone-achtige electronica. Daardoor gaat al heel snel één van de belangrijkste elementen die een muzikant vandaag moet bezitten verloren: identiteit. Misschien is het zijn manier om een zo breed mogelijk publiek aan te trekken, maar de muziekliefhebber pur sang die voor een volledig album gaat blijft in het ongewisse naar welk soort artiest hij nu net luisterde. Eskmo bewijst op ‘Sol’ zeker een begadigd muzikant te zijn, nu nog eenheid scheppen in z’n exploitatie en wie weet wat er dan kan gebeuren. (AB)

Website Eskmo

Album verdeeld door Full Spectrum

Fawn Spots – From safer place

Hou je van zangers die hun keel eruit schreeuwen en ondersteund worden door brommende en gierende gitaren? Lees gerust verder. Zo niet, scroll zo snel mogelijk door. Hetgeen beschreven in de eerste zin krijgen we op een dienstblaadje voorgeschoteld op het debuutalbum van het viertal Fawn Spots. Voor muziekliefhebbers die niet zo in het genre thuis zijn, klinkt elk nummer vermoedelijk bijna hetzelfde als het volgende. Er valt weinig diepgang te bespeuren op ‘From safer place’, buiten op de momenten waar ze het wagen hun voet lichtjes van het gaspedaal af te nemen en zich wat meer op instrumentale melodie toe te leggen. Die pogingen ten spijt duren die lichtpuntjes telkens maar enkele seconden om er dan weer volledig weer de beuk in te gooien. Erg opgewonden maakt het ons niet, indommelen gebeurt anderzijds des te sneller na (en ook tijdens) vijfentwintig minuten Fawn Spots. Dit soort muziek is zo specifiek dat de uitspraak ‘hate or love it’ tot in de hoogste rang van toepassing is. (AB)

Facebook Fawn Spots

Album verdeeld door Fire Records

fawn spots

The Brian Jonestown Massacre – Musique de film imaginé

Godard en Truffaut zonder beeld? Anton Newcombe, het schijnbaar enige permanente lid van The Brian Jonestown Massacre, weet het in klanken te vatten op een voornamelijk instrumentaal plaatje met bijdrages van passanten als SoKo en Asia Argento. Het ensemble neemt je mee terug in de tijd, 1950-1960 ruwweg. Een verzameling van ambient-nummers met samples uit tijdloze soundtracks. Dit verhaal had – louter op verbale beschrijving gebaseerd – inderdaad heel slecht kunnen aflopen. Newcombe weet echter op een eervolle en met het schijnbaar grootste respect de sfeer van die tijd te weerspiegelen in ‘Musique de film imaginé’. (AG)

The Brian Jonestown Massacre Facebook

Nosaj Thing – Fated

Na ‘Home’ – dat ook alweer dateert van 2013 – gooit Nosaj Thing ‘Fated’ de wereld in. Chance the Rapper en Whoarei werden voor de gelegenheid uitgenodigd om hun ding te doen op de lp die begin mei verschijnt. Jason Chung, een LA fella die niet vies is van vuile hiphopbeats lijkt met ‘Fated’ terug te keren naar de essentie van muziek: simpele melodieën en hartelijke ritmes. Carrièreswitch of existentiële overpeinzingen die de pan uit swingen? U maakt er zelf van wat u wilt. Ons weet hij alvast niet te overtuigen met deze misschien wel iets té flatte aaneenschakeling van braafheid, al is ‘Cold stares’ wel een schoon nummer om op te liggen vozen in de zetel met uw lief. (AG)

Nosaj Thing Facebook

Album verdeeld door Bertus

nosaj thing

Rats On Rafts – Tape hiss

Wie had ooit gedacht dat de geest van Jay Reatard zou herleven in een Nederlands bandje? De ziedende postpunk van Rats On Rafts doet met zijn intensiteit en vooral de bijtende zang bijwijlen denken aan het venijn van wijlen meneer Reatard. Combineer dit met de langere jams van Thee Oh Sees en je weet wat je van ‘Tape hiss’ kan verwachten; een witheet, opwindend geheel dat je alle hoeken van de kamer laat zien. Met ‘Sleep little child’ wordt rustig afgetrapt, maar ongeveer halverwege schiet het tempo de hoogte in en word je in een wervelwind gezogen die je veertig minuten later verweesd terug uitspuwt. Rats On Rafts bijten, krabben en scoren. (BJ)

Rats On Rafts Facebook

Album verdeeld door Subroutine Records

Statue – Calexico point

Wie denkt dat een gitaarband synoniem staat met gierende snarendrijvers legt best eens dit tweede album van Statue onder de naald. Met niet minder dan vier gitaristen breien ze krautende math-rock met scherpe kantjes. De wall of sound die je zou verwachten van zo’n grote bende muzikanten blijft echter achterwege. Speelse patronen worden laag na laag met elkaar verweven tot een helder en melodisch kunstwerkje. Gestuwd door een pompende ritmesectie klokken de nummers gemiddeld rond de zeven minuten af. Zonder te vervelen weliswaar, want ten gepaste tijde wordt al eens een goed gemikte veeg rond de oren gegeven die je bij de les houdt. ‘Calexico point’ klinkt als Television aan een post-rockinfuus, oftewel een knap stukje gitaarvakmanschap. (BJ)

Statue Facebook

Album verdeeld door Fons Records

statue calexico point

Roscoe – Mont Royal

Dat Waalse bands onterecht te weinig aandacht krijgen, wordt met Roscoe nogmaals pijnlijk duidelijk. Op hun moeilijke tweede ‘Mont Royal’ slaat het eigenzinnige vijftal uit Luik bruggen tussen uiteenlopende stijlen, waarvan de voornaamste de progrock van de jaren 70 blijkt. Dat die creatieve explosie ontaardt in een overmatig gebruik van ruwe gitaarakkoorden en psychedelische effecten zorgt ervoor dat het totaalplaatje niet aan scherpte mist. Ook durven ze een nummer ingetogen om de hoek laten piepen om deze vervolgens met een overweldigende dynamiek uit zijn voegen te doen barsten. Dat doet Roscoe met grootse orkestraties op de manier dat Sigur Rós dat zo beklijvend kan. Een expressief ritmespel en een extravagante sfeer vormen de basis van hun songschrijven waarin levensvraagstukken nadrukkelijk worden uitgesmeerd. (WC)

Roscoe website

Album verdeeld door PIAS

Passion Pit – Kindred

Dat Passion Pit niet als wijn goed rijpt, merk je als je hun derde album ‘Kindred’ naast ouder werk legt. Niet alleen zit er meer restafval in het spel, ook werden de zwierige synths en fleurige melodieën deze keer te gemakkelijk vertaald naar grijpbare songs. De vraag die dan volgt is: kan je het frontman Michael Angelakos kwalijk nemen? Want het is niet gemakkelijk om te strijden tegen een bipolaire stoornis en daarnaast ook nog onder Eastern Shift een solocarrière uit te bouwen. Dat het nieuwe werk niet kan tippen aan hun doorbraakalbum ‘Manners’ is op zich geen probleem, zeker niet omdat de eighties melodieën en de snufjes disco best lekker klinken. Bovendien herbergt het album meer complexiteit dan je na een eerste luisterbeurt denkt. Een opgetogen sound en strijdkreten worden met allerhande effectjes opvallend spannend bewerkt. Dat dat gepaard gaat met bombastische beats, maakt ‘Kindred’ te radiovriendelijk, al kan de boog niet altijd even gespannen staan. (WC)

Passion Pit Facebook

Album verdeeld door Sony

passion pit kindred

Stornoway – Bonxie

Eerlijk? Na hun prettige doorbraaksingle ‘Zorbing’ was het Schotse indie-folk collectief al vrij snel doorverwezen naar onze annalen. En nu we toch vrank en vrij aan het spreken zijn; na het beluisteren van hun laatste worp ‘Bonxie’ is de kans groot dat de heren daar eeuwig zullen vertoeven. De plaat klinkt als het soort sociaal assistent dat met veel bravoure de zachte aanpak predikt en als beschermende moederkloek focust op het goede, waarbij hij of zij hiermee alle gebreken netjes onder mat veegt. Terwijl men vergeet dat net de sterkte schuilt in het durven blootleggen en markeren van tekortkomingen door middel van een minzame benadering. Nergens snijdt een nummer zo diep als Fleet Foxes of bezit het de speelse schwung van Fanfarlo. Een gebrek aan geloofwaardigheid is daardoor navenant. Het tegen beter weten complexloos positivisme van Stornoway zal wellicht een hele hoop Mumford & Suns adepten doen rillen van plezier. Waarbij het hen mogelijks aanzet een stap te zetten richting iets minder hitparadegevoelige folk-pop. Voor wie eerder zweert bij Bon Iver of The Tallest Man On Earth is ‘Bonxie’ de stap in de verkeerde, commerciële richting. (JVL)

Stornoway Facebook

Album verdeeld door V2

The Weepies – Sirens

Het zondagsgevoel waarbij uitslapen met je grote liefde een must is en gepaard gaat met slaapdronken maar rijkelijk ontbijten. Terwijl je partner een schattige warrigheid bij je bemerkt, die tot vrolijk gegrinnik leidt en een plaat op de achtergrond net dat tikkeltje extra aan de onbezorgde sfeer toevoegt. Ziehier het kader waarbij wij, zowaar onbeschaamd, ‘Sirens’ van folkduo The Weepies zouden aanraden. Toegegeven, de naam van zowel plaat als band doet geenszins dartelheid vermoeden. Bovendien gebeurde het opnameproces tijdens de kankerbehandeling van zangeres Deb Talan, terwijl manlief naast het huishouden ook enkele gastmuzikanten moest zien te vinden door de onmogelijkheid van Deb om zich te verplaatsen. Van de nood een deugd maken moet Steve Tannan gedacht hebben, want met onder meer Pete Thomas en Steve Nieve (Elvis Costello), Gerry Leonard (David Bowie) en Matt Chamberlain (Pearl Jam) slaagde hij met verve in zijn tweede opdracht. Hoe het met de kinderen en de schoonmaak gesteld is, hebben we voorlopig het raden naar. Het resultaat is een verzameling toegankelijke en charmante folknummers die een warme gloed van huiselijke liefde uitstralen. Die levenslustig, doch kwetsbaar zijn zonder meelijwekkend of lusteloos te klinken. The Weepies doen de waarde van degelijke, openhartige folkpop opnieuw boven drijven waarbij geldingsdrang nooit een issue is. Meer dan een pluspunt als u het ons vraagt. (JVL)

The Weepies Facebook

Album verdeeld door V2