Editors kampt met een geweldig gebrek aan ideeën op ‘Violence’

door Stan Pannier

Drie jaar hebben de fans erop moeten wachten, maar nu is er dan toch het zesde studioalbum van Editors. Tegelijk het derde album van Editors 2.0, want sinds ‘In this light and on this evening’ uit 2009 en het vertrek van gitarist en stichtend lid Chris Urbanowicz sloegen Tom Smith en kornuiten een meer elektronische richting in. Dat leverde op zijn zachtst gezegd wisselvallige resultaten op, dus beweren dat wij uitkeken naar ‘Violence’ is de waarheid wat, euh, geweld aandoen.

Opener ‘Cold’ is al bij al verdraaglijke pop, maar wanneer Smith voor de tigste keer een “Don’t you be so cold” adresseert aan zijn poolwervel van een geliefde kiest onze aandacht steevast het hazenpad. In hetzelfde bedje ziek zijn tal van andere nummers op ‘Violence’: vele starten veelbelovend, maar klinken na een paar minuten als deelnemers van de Slimste Mens die nog wat tijd moeten volpraten tijdens het laten zakken. Het resultaat is een volstrekt overbodige outro waarin Editors ofwel tot in den treure het refrein herhaalt (‘Counting spooks’) ofwel een irrelevante Tomorrowland-stamper inzet (‘Violence’).

Eerste single ‘Magazine’ werd intussen democratisch naar de top van De Afrekening gestuwd, en kan ook ons bekoren met snedige strofes, larger-than-life drums en electronica die relatief goed z’n plaats vindt tussen dat alles. Dat kan niet gezegd worden van ‘Hallelujah (So low)’, waarop Blanck Mass, een lid van het electronicaduo Fuck Buttons dat meewerkte op ‘Violence’, tot driemaal toe onze oren mag teisteren met een ronduit ranzige noise-riff. Nomen non est omen bij ‘Darkness at the door’, dat degelijke, licht euforische pop-rock zonder weerhaken is en onze hoofdverdachte als toekomstige derde single.

Staat opeens te blinken op plaats zeven in de tracklist: ‘No sound but the wind’, het weesnummer dat dan toch eindelijk een onderkomen krijgt op een studio-album. Zo luidt althans de officiële versie, maar in de context van de gehele plaat klinkt het een beetje alsof Editors wanhopig op zoek was naar een bestaansreden voor ‘Violence’. De splinternieuwe lezing van ‘No sound but the wind’ bevat wat meer lagen zang en is wat gepolijster, maar levert in geen enkel opzicht een bijdrage aan het origineel of de gekende onverwoestbare live-versie.

‘Violence’ komt niet alleen met een intense titel en een intense hoes, ook de productie werd net als op ‘The weight of your love’ (2013) en ‘In dream’ (2015) in een opgepoetst harnas van pompeuze bassen en weidse percussie gehesen, klaar om ’s werelds stadions te veroveren. Scheurende gitaren en pompende beats kunnen echter niet verdoezelen dat ‘Nothingness’ een niemendalletje is. ‘Belong’ zoekt dan weer epiek, maar vindt 24-karaats kitsch. Galm, soms een mooie opsmuk, bij Editors de laatste tijd te vaak een vervelende poging om meer zeggingskracht te geven aan nummers die bitter weinig te vertellen hebben. Of zoals onze leraar Nederlands het vroeger placht te zeggen: holle vaten klinken het hardst.

Nee, wij vinden nog steeds onze weg niet in de nieuwe vorm van Editors. Dat het optreden van de Britten in het Sportpaleis een triomftocht wordt, staat buiten kijf, maar dat zal dan vooral te danken zijn aan hun back catalogue, niet aan de tot mythische proporties opgeblazen halve ideeën van ‘Violence’. Een garagekuur zou Tom Smith en de zijnen goed doen.

Editors speelt op 17 maart in een uitverkocht Sportpaleis en staat deze zomer op TW Classic (info & tickets).