Een lach, een traan en veel dansende lijven op ‘The destroyer – 1’ van TR/ST

door Kevin Bruggeman

TR/ST (spreek uit: trust) is het project van de Canadees Robert Alfons. Hij maakt synthpop die dicht aanleunt bij darkwave en EBM (electronic body music). Hoewel de synths melancholisch zijn en de teksten zwaarmoedig, straalt TR/ST bovenal levensvreugde en energie uit. Veel heeft natuurlijk te maken met het dansbare karakter van de muziek, die schreeuwt om zwetende torso’s in een donkere club.

In 2010 vormde hij zijn project aan de zijde van Maya Postepski van Austra, en hoewel zij ook nu weer betrokken was bij de productie van enkele nummers maakt ze officieel geen deel meer uit van Alfons’ project. ‘TRST’ uit 2012 en ‘Joyland’ uit 2014 kregen over het algemeen positieve kritieken, al werd her en der vastgesteld dat de muziek te vaak weerhaakjes miste om echt te kunnen concurreren met soortgelijke bands uit de gothic/darkwave-wereld als VNV Nation, Covenant of grotere broertje Depeche Mode.

Ook ‘The destroyer – 1’ (‘2’ zou in november dit jaar uitkomen en zal meer ingetogen werk bevatten) is aalglad. De moeilijkste barrière voor de gemiddelde luisteraar zal niet het donkere karakter van de muziek zijn, maar wel het stemgeluid van Alfons. Zijn nasale stem klinkt immer afstandelijk en dreigt op lange termijn te gaan vervelen. Tegelijkertijd is het echter ’s mans sterkste wapen om niet al te middle of the road te klinken.

Opener ‘Collosal’ toont TR/ST op zijn sterkst. Het nummer begint donker, maar met dank aan een lichtvoetig synthlijntje en een stampende beat ontvouwt zich een song waarop vleermuizen helemaal wild kunnen gaan. ‘Gone’ en ‘Unbleached’ klinken minder duister doch even opzwepend. ‘Bicep’ maakt duidelijk dat Alfons over de gave beschikt om perfecte popnummers te schrijven, want hoewel dit snel als darkwave zal weggezet worden is dit in feite pure (electro-)popmuziek.

‘The destroyer – 1’ is niet slecht, al weet TR/ST ook niet het grote struikelblok binnen het genre te ontwijken. Alle nummers hanteren namelijk dezelfde trucjes, en afwijkingen van de gevolgde stijl zijn zeldzaam. Nochtans is Depeche Mode groot geworden door net wel de geijkte paden te durven verlaten.

Daarom ook dat het wat jammer is dat ‘2’ niet gelijktijdig werd vrijgegeven met dit achttal. We zijn stiekem benieuwd naar wat meer ingetogenheid betekent voor de synthpop van Alfons’ muziek. Nu is ‘1’ eigenlijk het iets te logische vervolg op ‘TRST’ en ‘Joyland’. Noem ons postmodern, maar wij houden wel van wat (meer) verrassing.