Een sterk staaltje slackerrock op ‘Uncontrollable salvation’ van Pardoner

door Sigi Willems

Het slackerrock-kwartet Pardoner uit San Francisco moet het nieuwe paradepaardje uit de stal van producer James Shirley worden, in wiens studio genaamd The Atomic Garden eerder albums van hoogvliegers als Oathbreaker en Deafheaven geproduceerd werden. Op debuut ‘Uncontrollable salvation’ levert de band een rauwe soundtrack af voor grijze tijden in een nog grijzere wereld. Vrolijk lijken deze jongens niet meteen te zijn, maar talent en potentieel hebben ze in overvloed.

Met opener ‘Blue hell’ refereren de gasten vanaf de veelbelovende eerste seconden naar losse collegerock op z’n Pavements, gemengd met de noise en razende riffs van groepen als Dinosaur Jr. of Duck. Little Brother, Duck!. De luchtigere, met chorus overgoten gitaren worden afgewisseld met eersterangslawaai, voorzien van amper verstaanbare zanglijnen die uitblinken in hun eenvoud en oprechtheid. De weinige passages die we wel enigszins verstaan, zijn doordrenkt van jeugdige nostalgie, existentiële verveling en satanische waanzin; het is nihilisme op z’n creatiefst.

Op ‘Hint’ wordt er aan de hand van spitsvondige gitaar- en basriffs een vervolg gebreid aan de knappe openingstrack, met een combinatie van catchy postpunk en mathrock; hedendaagse postpunk-bands als Protomartyr en Ulrika Spacek loeren daarbij om de hoek. ‘Outdoor excursion’ lijkt dan weer een uiting te zijn van de opgedane frustraties tijdens saaie schoolexcursies naar vaderlandslievende, middeleeuwse re-enactment-openluchtmusea. We gaan hier geen namen noemen, maar in de buurt van San Francisco zullen er ook wel Bokrijk-achtige toestanden te vinden zijn, zeker?

De emoties nemen een hoge vlucht tijdens ‘Carousel of punishment’, waarin gezongen wordt over alledaagse tegenslagen en relationele onmacht: het emo-gehalte van skatepunkers FIDLAR in een shoegazerig noise-jasje. Het lekkere ‘Pivot fakie’ moet het hebben van z’n overheersende indievibes in de vorm van vrolijke riffs en fuzzy basprogressies, al laten Trey, Murph, Max en River de tegendraadse punk-elementen nooit volledig achterwege. De beste en meest beklijvende gitaarriffs blijken echter bewaard te zijn voor titelsong ‘Uncontrollable salvation’, die even hoopgevend, als verwarrend klinkt.

Uitgerekte afsluiter ‘Don’t stop believin’ in me’ herbergt zelfs wat hipho-elementen en doet ons hevig headbangen tot er plots rinkelende kerstbellen en Disney-pianolijntjes worden bovengehaald. Het zorgt voor een doorbreking van het heerlijk grauwe universum dat Pardoner de voorbije drie kwartier wist op te roepen, waardoor de band z’n debuutplaat helaas met een valse noot afsluit.

Ondanks de lichtjes tegenvallende slotsong levert Pardoner met ‘Uncontrollable salvation’ een overtuigende debuutplaat af die het beste van slackerrock, postpunk en noise combineert. Voor wie houdt van nostalgisch gitaargeweld en rauw, sentimenteel gekweel, zal Pardoner ongetwijfeld een opwindende ontdekking zijn. Wie weet behoort de band binnen een aantal jaar qua naam wel tot het hierboven vermelde groepje van pareltjes uit de indrukwekkende collectie van James Shirley.