‘Everything you’ve come to expect’: degelijk dandyïsme van The Last Shadow Puppets

door Mattias Goossens

Wanneer de muziek ondergeschikt dreigt te raken aan de artiesten erachter, gaan wij in crisisoverleg. Wat tien jaar optreden voor mensenmassa’s doet met een mens, zeker wanneer de leuzen “I want  your babys” (sic) en “Turner/Kane = sex” op bordjes boven tienerborstjes meer regel dan uitzondering zijn, ontdekte een journaliste van SPIN aan den lijve. Cockiness was altijd al part of the charm bij beide heren, en gecombineerd leeft het duo zich helemaal uit in die gecultiveerde persona’s. Ze zijn er bijgevolg in geslaagd de archetypische rockster van weleer in dit decennium te kanaliseren: iedere jongen wil hen zijn, en elk meisje wil met hen zijn. Dat ze zich bijgevolg als haantjes gedragen, wordt in de huidige tijdsgeest niet altijd even goed onthaald (zie het eerder gelinkte interview). Maar he: de kippen mogen gerust kakelen, al moeten ze dan wel een gouden ei leggen. Deze nieuwste is echter platina op z’n best.

Een beetje context is hier wel op zijn plaats. Acht jaar zitten er tussen ‘Everything you’ve come to expect’ en ‘The age of the understatement’. Evenveel woorden, evenveel knipogen naar een romantisch beeld van de sixties dat waarschijnlijk nooit echt bestaan heeft. In 2008 riepen de twee toen nog piepjonge kerels al herinneringen op naar dat andere schrijversduo, Lennon/McCartney, en hun George Martin van dienst is wederom Owen Pallett. Die laatste smokkelt nog meer strijkers binnen, waarmee ‘Everything you’ve come to expect’ eerder als een anachronisme aanvoelt in het huidige muziekklimaat. Zijn nog van de partij: vaste producer/gelegenheidsdrummer James Ford en Mini Mansions-bassist Zach Dawes om de ritmesectie in te palmen.

Nog een relikwie is de Shangri-La studio, de plek waar de Puppets zich in terugtrokken. Tegenwoordig is deze bungalow annex opnamestudio eigendom van Rick Rubin, maar halverwege de jaren ‘70 waren het The Band en Eric Clapton die er in Malibu aan hun snaren frunnikten. Alex Turner voelt zich sinds ‘Humbug’ als een vis in het warme West Coast-water, en maatje Miles Kane ruilde onlangs de Liverpoolse schoorsteentjes in voor palmbomen en ander Californisch schoons. Dat heeft zijn weerslag in de muziek. De bassen zijn lomer, de akkoorden grootser, het gecroon krolser. Sommige muziek luister je het beste luid, terwijl deze langspeler zich het best laat vergezellen door avondzon en een Pina Colada.

Laten we, zoals bij alle dingen waarvan je hoopt dat ze de moeite waard zijn, beginnen bij het begin. ‘Aviation’ is het oudste nummer op de plaat, en kwijt zich daarmee van de taak de kloof met z’n voorganger te overbruggen. Alle lof dat Kane deze liet schieten voor zijn tweede soloplaat ‘Don’t forget who you are’, want daar had ‘Aviation’ waarschijnlijk niet helemaal op z’n plaats gestaan. Ondertussen is het gerijpt en klaar voor de pluk, en daar plukt de rest van het album de vruchten van. Beide heren komen nooit meer zo gelijkwaardig en evenwichtig over als in de openingstrack, al is ‘Dracula teeth’ nog een verdienstelijke poging en een tweede hoogtepuntje. In wat volgt haalt altijd wel een van de twee de bovenhand.

Meestal is dat Turner. ‘Miracle aligner’ en ‘The dream synopsis’ hadden bijvoorbeeld niet misstaan op ‘Suck it and see’, terwijl hij in ‘Used to be my girl’ en ‘She does the woods’ bewijst dat je Josh Homme niet zomaar uit je red right hand gepend krijgt. Kane laat zich driftig gelden op ‘Bad habbits’ en gooit z’n charmes in de strijd op ‘Pattern’. Alleen lijkt hij een jeugdige fascinatie met Paul Weller nu te willen overcompenseren met een rauwer masker. Desalniettemin blijft hij de puppet die het vaakst in de schaduw van de ander vertoeft. 

Echt storen doet enkel ‘Sweet dreams, TN’, een ode aan de muze van het moment, die verdrinkt in bombast. Verder hoorden we Turner in het verleden al betere geilpraat verkopen dan op het weinig verrassende ‘The element of suprise’. In het licht van het volledige album doet het titelnummer gelukkig minder met de wenkbrauwen fronsen dan toen we het de eerste keer als losse flodder voorbij hoorden slenteren. Verlangen blijkt wel nog steeds een betere inspiratiebron dan jaloezie te zijn. Moordgrieten blijven dan wel het muzikale universum bevolken, de handgeschreven liefdesbriefjes hebben plaatsgemaakt voor bijschrijften bij goed gefilterde Instagramfoto’s. In afsluiter ‘The dream synopsis’ lijkt heimwee naar de grijze regenachtige dagen van ‘The age of the understatement’ Turner even parten te spelen – ‘t is vast een nostalgisch momentje wanneer hij na een joyride van een half uur de oprit van z’n Californische mansion oprijdt.

‘Everything you’ve come to expect’ is precies wat je mag verwachten van twee prille dertigers die de afgelopen tien jaar tot muzikale sekssymbolen van hun generatie zijn uitgegroeid. Het hoeft bijgevolg niet te verbazen dat we met meer liefde terugluisteren naar hun debuut, toen al het potentieel en het ‘net niet’-gehalte ons nog oprechter konden charmeren. Om het met de woorden van good ol’ Alex te zeggen: “Don’t believe the hype“.

Album verdeeld door V2

The Last Shadow Puppets staan zondag 3 juli op Rock Werchter (info & tickets)