Freaky Age blijft zichzelf op ‘Inner stranger’ (en dat is oké)

door Laura Persijn

Freaky Age is op tien jaar tijd uitgegroeid tot een belpop-begrip. In 2006 schopten ze het tot de finale van Humo’s Rock Rally op de behoorlijk freaky age van 14 jaar. Wonder boven wonder hadden ze toen al een stijl gevonden die ze de rest van hun carrière konden perfectioneren. Vierde album ‘Inner stranger’ staat bijgevolg te popelen om ontdekt te worden.

Ze winden er ook op deze plaat geen doekjes om dat ze geen vernieuwingsdrang voelen. Het verwelkomende ‘All for nothing’ klinkt zo vertrouwd in de oren dat meteen blijft hangen. Dat ze na tien jaar nog steeds aanschurken tegen het geluid van populaire buitenlandse gitaarbands hoef je er bij te nemen. Nummers als ‘Lobotomy’ zetten deze trend verder en wekken de illusie dat je op de weide van een Amerikaans rockfestival staat.

Ondanks die herkenbare internationale sound probeert de groep hier en daar wat nieuwe dingen uit.  Zo laat de eerste helft van ‘Someone else’ ons even wat wegdromen naar warmere streken door het gebruik van exotisch slagwerk en frivole gitaren. Dat uitstapje is echter van korte duur, want al snel schakelen ze terug naar hun kenmerkende energieniveau.

De jongens weten waar ze goed in zijn, en spelen die sterktes vakkundig uit. Helaas boeken ze daarmee op artistiek vlak weinig vooruitgang. Het siert hen echter dat ze wars van alle trends hun eigen ding blijven doen. Of ze daarmee ook nieuwe zieltjes winnen, valt nog af te wachten.

Freaky Age stelt ‘Inner stranger’ live voor in een uitverkochte AB.