Gentle Heat vergeet het luchtige ‘Liminal’ van voldoende spanning te voorzien

door Jonas Van Laere

Zondagnamiddag, het moment voor verplicht of vrijblijvend familiebezoek. De hoop dat je grootouders taart hebben voorzien. De plek die naast een nostalgisch samenzijn, versterkt door zoete en luchtige patisserie, ook het moment kan zijn waar onderhuidse familiale spanningen tussen de regels door durven schemeren. De gedroomde setting voor de ep ‘Liminal’ van Gentle Heat.

Dit viertal uit Chicago/Milwaukee is nog een vrij nobele onbekende in de poel waar ook bands als Girls en The Pains Of Being Pure At Heart zich in begeven. Zachtaardig doch vurig, goed gekozen naam dus. Ook ‘Liminal’ moet één van de meest toepasselijke titels zijn die voor deze ep kon bedacht worden. Het woord verwijst immers naar een overgangsfase, een periode van transitie. Waarmee meteen de achilleshiel van deze miniworp wordt blootgelegd.

Zoete broodjes alleen zijn immers niet genoeg om de klanten in rij te laten aanschuiven. Daarvoor heb je een breed en exquis palet nodig. De eerste drie nummers klinken hartverwarmend. De aan de jonge Tom Barman aanverwante stem van David Algrim geeft de dreampop een iets ruigere toets. Maar telkens wanneer de onderhuidse spanning dreigt op te spelen, zakt de pudding een klein beetje in elkaar. Het duurt tot afsluiter ‘Search for fire’ eer een echt spanningsveld gecreëerd wordt, dat live zelfs zou kunnen evolueren in een shoegaze-richting.

Gentle Heat zal voorlopig nog niet als zoetekoek over de toonbank vliegen. Een plek in de etalage is hun wel toebedeeld. Ondertussen kunnen ze nog even rijzen tot ze wat meer ruimte kunnen opvullen.