Georgia – Georgia: gebrek aan eigenheid

door Anthony Brynaert

Het levensverhaal van de vijfentwintigjarige Georgia ademt muziek. Deze in de muzikale onderbuik opgeklommen Londense verdiende strepen door heel wat artiesten van drums & percussie te voorzien. Namen als Kwes, Kate Tempest en JUCE doen ongetwijfeld een serieuze bel rinkelen. Haar vader is bovendien Neil Barnes, die je kent als de helft van het invloedrijke Leftfield. Ze schreef al songs als jonge tiener, maar haar debuut komt nu pas bovendrijven.

Ondanks dat de vooruitgestuurde nummers goede dingen lieten vermoeden, valt de plaat ons in z’n geheel toch ietwat tegen. Het essentiële punt dat we missen is eigenheid. Een zwartkijker zou al snel concluderen dat er te veel aan leentjebuur wordt gedaan op haar album, maar zo ver willen wij het niet brengen. Georgia bewijst zonder twijfel dat ze een talent om te volgen is, al is het inderdaad waar dat we veel (gelijkaardige) geluiden al elders hoorden. Verschillende trucjes die songs opsmukken, beginnen al lichte ouderdomstrektjes te vertonen. Na twee songs kwamen namen als Kanye West, Kate Tempest, FKA twigs en The Knife in ons op, zonder dat we noodzakelijk over associaties aan het nadenken waren.

Dat doet toch voor een groot deel afbraak aan het geheel van het album. Al blijft zelfs met die gedachte dit een plaatje dat met veel bravoure in elkaar is gestoken. Zo serveert Georgia hier een sound die perfect in het tijdsbeeld past: op momenten emotioneel geladen, op andere gaat het eerder de brute kant uit. Stemvervormingen zijn nu weer meer dan ooit in en ook de electronica die constant andere oorden opzoekt zijn onmisbare punten in het anti-vervelingstijdperk waarin we leven. Alles moet snel gaan en als we een minuut bij eenzelfde melodie blijven stilstaan, beginnen we al geeuwerig naar een muzikaal alternatief te zoeken op één van onze geliefde streamingdiensten.

Feit is dat ‘Georgia’ bij een eerste luisterbeurt vrij imposant overkomt, je wordt in een zee van geluiden ondergedompeld en adempauzes zijn er zelfs in de tragere nummers nauwelijks. Net daar gaat het ook fout. De Amerikaanse lijkt zich te willen bewijzen door in haast elke song een andere muzikale jas aan te trekken. In een eerste fase pakt dit positief uit, daarna heb je al snel het gevoel van een overdreven drukte. De twaalf nummers komen in z’n geheel daardoor (te) artificieel over, we missen een natuurlijke – en persoonlijke – bezieling.

Als slotsom kunnen we dankzij het songmateriaal op ‘Georgia’ de plaat niet als ‘slecht’ bestempelen. Toch missen we eigenheid, rust en ‘gemak’. Soms kan het deugd doen om het gewoon simpel te houden.

Album verdeeld door V2