Golden Teacher bezorgt een unieke luisterbeleving op ‘No luscious life’

door Kevin Bruggeman

Golden Teacher is een paddenstoel die naar verluidt geroemd wordt voor zijn spirituele werking. Daarnaast zet het je gehoor op scherp en zou inname een unieke luisterbeleving veroorzaken. Golden Teacher is tevens een collectief uit Glasgow dat een gelijkaardig effect ambieert. Op debuut ‘No luscious life’ wordt een psychedelische trip verzekerd die schippert tussen afrobeat, funk en dub en nooit de dansvloer uit het oog verliest.

Opener ‘Sauchiehall withdrawal’ zet de toon met een funky baslijn, een helder synthriedeltje en de afwisseling tussen een zelfzekere vrouwenstem en mannelijke kreten. “I’m always working so hard, and for what”, een universele bedenking die duidelijk maakt dat Golden Teacher ook echt ergens over zingt. De afwisselende zangstemmen zijn doorheen het hele album een troef, en het is bij momenten moeilijk in te schatten met hoeveel ze juist zijn. Het maakt het zoeken naar de invloeden van dit eclectische zestal enkel moeilijker. ‘Shatter’ doet van ver denken aan Jah Wobbles ‘How much are they?’, maar dan met een focus op een strak ritme eerder dan een sympathieke melodie. In ‘The kazimier’ klinkt zowaar Régine Chassagne van Arcade Fire door. ‘Spiritron’ leunt het dichtst aan tegen mainstream dansmuziek, waarbij het zuchten en kreunen van zanger Charles Lavenac eerder seks dan muziek is – een compliment. De vocals zitten steevast gebeiteld achter een pulserende baslijn, een wirwar aan hypnotische klanken en aan dub gerelateerde geluidjes. Interessant is het zonder meer, en wellicht kan je er vanuit gaan dat het live allemaal nog een stuk geiler en opzwepender is.

Wanneer de zanglijnen wegvallen, gaat de band soms de mist in. ‘Diop’ (een eerbetoon aan de Senegalese dichter Aby Ngana Diop) start met Afrikaans slagwerk als een interessant experiment, maar eindigt als een – tja – interessant experiment. Na amper vijf nummers is het beste er reeds vanaf. In ‘What fresh hell is this?’ gebeurt veel, al is niets daarvan echt memorabel. Afsluitend titelnummer flirt met ambient en kabbelt zonder haast het einde van de plaat tegemoet. Dat we net daarvoor twintig minuten lang een unieke muziekbeleving ondergingen, maakt gelukkig veel goed.