Herhaling troef op het eerste deel van Moon Duo’s tweeluik ‘Occult architecture’

door Hanne Craye

Moon Duo, het euh, duo uit Portland, is terug, en dat met een tweeledig album. ‘Occult architecture, vol I’ is met zijn zeven nummers het eerst geloste deel – ‘Vol. II’ mogen we komend voorjaar verwachten. De periodes waarin beide onderdelen uitgebracht worden, zijn niet lukraak uitgekozen: ‘Vol. I’ kwam tot stand tijdens een donkere winter en naarmate de dagen voorbij gleden en de lente voelbaar werd, had dat zijn impact op de songs. Daardoor beslisten ze hun album op te delen in een donker en een licht deel – yin en yang, zeg maar. Heel spiritueel en doordacht dus, maar weerspiegelt die uitleg zich ook in de muziek?

Al snel wordt duidelijk dat de band zichzelf niet onterecht als “repeat-o rock” omschrijft: alle nummers – die qua lengte variëren tussen de vier en tien minuten – hebben herhaling als fundament. Een handleiding voor een nummer op ‘Occult architecture, vol I’ gaat dus als volgt: neem een kort, snedig drumstukje en speel het pijlsnel en drammerig na elkaar zonder variatie. Bedenk daarna een duister, catchy synthlijntje en voeg er ook nog zweverige vocals aan toe. Ten slotte gooi je er nog krijsende gitaarsolo tegenaan, en je bent klaar om te gaan.

Zo is het uiteraard allemaal wat simplistisch voorgesteld: hoewel Moon Duo beroep doet op een telkens terugkerend patroon, geven ze iedere song wel degelijk een portie eigenzinnigheid mee. Daar heeft volgens ons de synth een belangrijk aandeel in – keyboardspeelster Sanae Yamada wou naar eigen zeggen synths creëren die “als dieren om elkaar heen kronkelen”. Wat ons betreft is ze daar ruimschoots in geslaagd: het deuntje uit het monumentale ‘Cross-town fade’ stuitert namelijk nog steeds ergens verloren rond tussen ons beide trommelvliezen.

Het dreigement en de duisternis waar de band eerder aan refereerde komen verder tot uiting in de vervormde, onheilspellende gitaarsolo’s (‘Cold fear’) en de haast sektarische basdrum. Toch piept de zon op het einde even van achter de wolken, meer bepaald op ‘White rose’. Met zijn haast funky pianonootjes brengt het nummer zelfs een tikje dansbaarheid aan. Aangezien alles in Moon Duo-land een achterliggende betekenis heeft, lijkt het ons geen toeval dat de titel verwijst naar een bloeiende lentebloem en zo dus de overgang naar deel twee aankondigt.

Moon Duo heeft dus duidelijk lak aan opbouw en refreinen en pakt het lekker eigenzinnig aan. Wie op zoek is naar psychedelische, repetitieve trance, komt met het eerste luik van ‘Occult architecture’ zeker aan z’n trekken. Wie z’n muziek echter graag onvoorspelbaar, variërend en dynamisch heeft, is bij dit op herhaling gestoelde album niet aan het juiste adres. Yamada omschreef de dubbele plaat als een hoofd met twee gezichten die elk een andere kant opkijken. Als dit het overschaduwde gezicht was, kijken we in ieder geval al uit naar zijn Siamese tweelingbroer die het wat zonniger aanpakt.

Album verdeeld via Sacred Bones Records.