Hooded Fang laat sfeer primeren tijdens ‘Venus on edge’

door Romina Cucchiara

Toen Franz Ferdinand in 2013 met single ‘Evil Eye’ op de proppen kwam werd het snel duidelijk: creepy is het nieuwe cool. Indie en garage bands als Thee Oh Sees en Ty Segall maakten al gebruik van een zekere horrorinsteek in hun muziek en dat blijkt meestal een geslaagd experiment. Hooded Fang waagt zich drie jaar na ’Gravez’ nn Frankensteins labo en ‘Venus on edge’ is daarvan het resultaat. It’s aliiiiive!

Het klinkt alsof stuwende krachten April Aliermo en Daniel Lee besloten een monster samen te stellen uit drie verschillende bands. Om te beginnen Hooded Fang zelf natuurlijk, dat met ‘Gravez’ een slackerpunk meesterwerk maakte. Hoewel ‘Venus on edge’ zeker anders klinkt dan zijn voorganger kunnen we nog steeds duidelijk spreken van een kenmerkende sound. Het typische opeenstapelen van zang- en gitaarlijntjes is ook hier veelvuldig aanwezig en maakt onder meer ‘Plastic love’ tot een perfecte soundtrack bij een surrealistische droomscène. Het muzikaal equivalent van Dalì’s scène in Spellbound, quoi. Daarbij nog een coole lopende bas en een heerlijk meebrulbaar stuk tekst: douze points pour le Canada. Ook ‘Shallow’ heeft veel filmisch potentieel, al moeten we toegeven dat deze gejaagde sound onze aandacht minder goed kan vasthouden. Heerlijk dramatisch, dat wel, hetgeen de interesse dan toch weer wat terugwint.

De tweede invloed die we op ‘Venus on edge’ kunnen ontwaren is TonkaPuma, eerste zijproject van Aliermo en Lee. Waar ze hun muziek zelf zeer gevat onder het genre ‘cheeseballs’ plaatsen, horen wij hier vooral beukende punk. Er zit vaart in deze plaat, en dat is zeker het geval wanneer we bij ‘A final hello’ aankomen. Met een elektronisch kantje en niet-aflatende beats denken we zelfs spontaan aan Atari Teenage Riot en consorten. Dit nummer is een verademing naar het einde van de plaat toe. Over het algemeen is ‘Venus on edge’ angstig weglopen, maar hier mag er even ter plaatse gestampt worden.

Laatste toevoeging aan de potpourri is Phèdre, een experimenteel electro duo, bestaande uit (je raadt het nooit) April Aliermo en Daniel Lee. Op afsluiter ‘Venus’ horen we veel hoeken en kanten. Het is duidelijk dat er met deze plaat veel ruimte was om dingen uit te proberen. Dat uit zich in nummers die elektronisch lijken maar het niet zijn, jazz-punk infusies en veelvuldige mogelijkheden om eens flink te pogoën. Het is niet verwonderlijk dat die diversiteit hier aanwezig is, aangezien Aliermo en Lee samen zo veel verschillende soorten muziek maken. En ja hoor, elk voordeel heb z’n nadeel. We horen veel klanken en leuke ideeën, maar zijn waar het op afgewerkte nummers aankomt lichtelijk teleurgesteld. Met ‘Gravez’ (sinds 2013!) nog dagelijks door de speakers kunnen we misschien niet helemaal met open geest oordelen.

‘Venus on edge’ heeft vele gezichten en draagt Primark-zakken vol sfeer met zich mee. We zijn er echter niet helemaal van overtuigd dat deze plaat af is (een kunstwerk is nooit af, we know). Dit album lijkt vooral een eerste stap richting nieuw terrein, en waar dat precies ligt is tot nog toe wazig. “They’re calling your name, but you have no face”, zingt Lee in ‘Plastic Love’. Wij roepen Hooded Fang, het is nog raden naar het smoelwerk dat we hierna van hen te zien zullen krijgen.  

Album verdeeld door Daps Records