‘How to solve our human problems’ van Belle & Sebastian: een even ambitieus als wisselvallig drieluik

door Annelore Peeters

Belle & Sebastian zijn terug. Na langspeler ‘Girls in peacetime want to dance’ uit 2015 brachten de Schotten drie ep’s uit op evenveel maand tijd. Een heuse trilogie dus, die sinds deze maand volledig te beluisteren is als verzamelalbum. ‘How to solve our human problems’ lost helaas de problemen van de mensheid niet op. Wel bevat het album vijftien nummers – de ene al geslaagder dan de andere – die hoe dan ook een duidelijke Belle & Sebastian-stempel dragen.

Het is niet zo vreemd dat de Glasgow six ervoor kiest om haar songs in drie delen te bundelen. Dat deden ze namelijk al eens met ‘Dog on wheels’, ‘Lazy line painter jane’ en ‘3..6..9.. seconds of light’ in 1997. ‘How to solve our human problems’ gaat in tegen de deadlinedruk die ervoor zorgt dat de muziekindustrie tegenwoordig akelig veel op een fastfoodketen begint te lijken. Een slow record dus, opgenomen in de enige stad waar de band rond Stuart Murdoch zich echt thuis voelt: het Schotse Glasgow.

De eerste ep opent met ‘Sweet dew lee’, een heerlijk dromerige song met een aanstekelijk sixties karakter. Wanneer Murdoch de woorden “sweet dew lee, I see you endlessly” zingt, lijkt John Lennon niet ver weg. Ook de rest van het refrein zou zo van een Beatles-album kunnen komen. Het meer up-tempo ‘We were beautiful’ daarentegen, klinkt heel hedendaags. Het dansbare ritme van de drums, de zweverige synths en de babbelende zanglijn van Murdoch geven de strofes iets donkers en onrustigs, om dan over te gaan naar een catchy refrein.  

‘Fickle season’ is misschien wel het hoogtepunt van de eerste ep. De mijmerende gitaarlijn en de zeemzoete stem van Sarah Martin zorgen voor een breekbare atmosfeer die een zweem van nostalgie in zich draagt. Je kan haast niet anders dan wegdromen, de fragiele melodie zachtjes meeneuriënd. ‘The girl doesn’t get it’ komt een beetje als een teleurstelling na al die pracht. De song verdwijnt genadeloos in de schaduw van haar voorgangers. De band lijkt zich te herpakken met ‘Everything is now’, dat sfeervol begint, maar te lang blijft aanslepen.

Deel twee opent sterk met ‘Show me the sun’. De groovy drums die de samenzang tussen Murdoch en Martin ondersteunen, zorgen voor een uiterst dansbare song. Het hoogtepunt is het zweverige refrein dat gekenmerkt wordt door een psychedelische gitaarsound. Bij ‘The same star’ neemt Sarah Martin nogmaal de leadzang over – een poging tot een tweede ‘Fickle season’? Goed geprobeerd, maar toch niet even geslaagd. Ook ‘I’ll be your pilot’ weet niet echt te bekoren. Het gebruik van hobo is origineel, maar past naar ons aanvoelen toch niet helemaal bij het geheel.  

De funky baslijn die ‘Poor boy’ inleidt, doet onze verwachtingen stijgen voor het derde deel van de trilogie. Helaas blijkt het valse hoop te zijn: de band kan zoveel beter dan ‘Everything is now (part two)’ en ‘Too many tears’. Ondanks het gebruik van orgelklanken in de eerste, blijft de muzikaliteit in beide nummers nogal aan de oppervlakte. Bovendien slepen ze veel te lang aan. Het sfeervolle ‘There is an everlasting song’ maakt dit deels goed. De plaat eindigt echter in mineur met ‘Best friend’, dat we eerder als achtergrondmuziek in een shoppingcentrum zouden verwachten.

‘How to solve our human problems’ begint sterk, maar Belle & Sebastian kan die standaard niet behouden. Er staan enkele prachtnummers op de plaat die catchy en meeslepend zijn, maar dat gevoel gaat nogal vaak verloren in andere songs. Jammer, deze plaat had een absolute topper kunnen zijn.