Howler – World of Joy: veelzeggende titel

door Thomas Konings

In 2012 keelde de ene enthousiast mee met de als fris bestempelde poprockliedjes van Howler, terwijl de andere zich dan weer mateloos ergerde aan de gelijkenissen met The Strokes. Feit is dat die tweede groep anno 2014 bekeerd kan worden, want enerzijds onderzochten Julian Casablancas en de zijnen op hun laatste de gladde, gepolijste kant van het geluidsspectrum, terwijl de jonge snaken van de hier besproken band zich dan weer toelegden op een hardere, minder naïeve garagerocksound.

Hoewel met “pretpunk” vaak groepen gelabeld worden die niet zozeer van enige muzikale relevantie zijn, vinden we deze term eigenlijk uiterst geschikt om de tweede worp van Howler te beschrijven. Net zoals bij Black Lips bijvoorbeeld gaat het er bijzonder plezierig aan toe. Voorts zal ‘World of Joy’ – bijzonder veelzeggende titel trouwens – in menige commentaar gepaard gaan met referenties naar tal van onstuimige acts uit de eighties.

Tien liedjes krijgen we van de jongeheren, slechts zelden gaan ze de grens van de drie minuten over en nog minder vaak geven ze de luisteraar even tijd om op adem te komen. Laten we eerst wat vertellen over de single ‘Don’t Wanna’; geef dit album alsjeblief ook een kans als je dat een vrij saaie, slappe en best ongeïnspireerde song vond. Het is namelijk het slechtste nummer van de plaat. Ook ‘Here’s The Itch That Creeps Through My Skull’ mist de furie van de andere liedjes, al zijn we bereid dat te vergeven omwille van de best prettige titel.

Nee, geef ons dan maar het genadeloze ‘Drip’,  waar de jongens meteen verschillende gevestigde waarden uit San Francisco mee aftroeven. Het tempo ligt verschroeiend hoog, allerhande herrie wordt roekeloos uit de gitaren gesleurd en frontman Jordan Gatesmith z’n verveelde zang geeft de juiste extra touch.  Meer waar voor je geld krijg je in de vorm van ‘Yacht Boys’ dat door z’n leuke gitaarriffje kan uitgroeien tot een festivalanthem en ‘In The Red’, een echte meezinger. Tot slot raden we ook ‘World of Joy’ bijzonder aan, met z’n naar stoner neigende gitaarmuur en perfect bijpassende onderkoelde vocals.

Alex Turner zei pas in een overdreven speech op de Brit Awards dat rock-‘n-roll nooit zal sterven. Hij moet vast de mannen van Howler in gedachten hebben gehad. Ze brengen namelijk onbesuisde en nonchalante muziek op de meest coole manier en zonder veel versieringen, wat je ook ziet aan de spuuglelijke albumcover. ‘World of Joy’ is geen essentiële plaat, maar wel een uiterst plezante. We zien de Amerikanen graag deze zomer terug in een broeierige festivaltent.

Howler live aan het werk zien kan binnenkort in Rotterdam (Motel Mozaïque, 05.04, info & tickets) en Antwerpen (TRIX, 13.04, info & tickets).

Website Howler

Album verdeeld door Konkurrent