Iguana Death Cult laat de nummers het woord voeren op ‘Nude casino’

door Jonas Van Laere

Even terug naar Best Kept Secret 2017. Het prut zat nog in de ogen en van een cafeïne-effect was nog geen sprake toen Iguana Death Cult op zondagmiddag de debatten mocht openen. Als een soort bezeten powerlader rammelde de band vervolgens sloten energie door menig reeds moegestreden lijf, tot er van vermoeidheid geen sprake meer was. Sindsdien houden we dit zootje ongeregelde Rotterdammers met net iets meer aandacht in de gaten. 

Ten tijde van z’n debuut ‘The first stirrings of hideous insect life’ toonde Iguana Death Cult zich aan de wereld als een bronstige band. De groep had zich gelaafd aan punk-, surf- en garagerock-bronnen en had daarrond een consistente sound neergepoot. De jongens lieten zich inspireren door het geluid van King Gizzard & the Lizard Wizard en gaven daar live een behoorlijke onstuimige wending aan. ‘Nude casino’ is een doordacht antwoord geworden op die driftige voorloper. 

Iguana Death Cult – hopelijk zijn we niet de enige die deze naam zowel absurd als spot on vinden – kiest op deze (soms moeilijke) tweede voor evolutie in plaats van verdieping. Het is daarbij niet de sound maar het nummer dat een centrale rol krijgt toebedeeld. Met de veelheid aan insteken die de plaat herbergt, lijkt het wel alsof er een kleine doos van Pandora werd geopend tijdens het repeteren. Alles kan, alles mag, zolang het maar ten dienste van de song staat. 

De titeltrack rammelt op een country/bluegrass-riff volgepompt met geestige kwinkslagen en verwelkomt je met de gelukzalige gezapigheid van een ochtendwandeling. Zanger Jeroen Reek heeft duidelijk meer te vertellen, en een goed verhaal verdient een evenwaardige omkadering. Voor ‘Tuesday’s lament’ liet hij zich inspireren door de lange narratieve coupletten van Bob Dylans ‘Hurricane’. De vastberadenheid zit daarbij verwerkt in een vintage gitaarsound uit de jaren ‘70 waarbij een zonnestraal en een vleug Parquet Courts om de hoek komen loeren. ‘Carnal beat machine’ combineert een Gang Of Four-riff met de van De Staat geleende hoek af en de soul van Otis Redding tot een dansbare rocker met psychedelische uitloper. En het Caraïbisch getinte surffeestje ‘Liquify’ is bezet met toeters, bellen en bongo’s en zou zowaar geïnspireerd zijn door Wham!. George Michael nog aan toe! 

Iguana Death Cult wisselt op ‘Nude casino’ het consequente van ‘The first stirrings of hideous insect life’ in voor een functioneel eclectisch geluid. De plaat bruist dan ook van de geestige ideeën en kwieke melodieën. Naast punk, surf en garage maken ook soul, country, jazz en zelfs disco hun opwachting. Na een debuut dat goed werd onthaald, durfde de band de focus wisselen van sound naar nummer: een heilzame keuze, zo blijkt. Songs als ‘Bright lights’, ‘Chinatown’ en ‘Half frysian’ hadden op de vorige plaat wellicht ranzig in plaats van vrank geklonken. Al vermoeden we dat dit live allicht een meer gevarieerde, maar daarom niet minder stevige, show zal opleveren.