Injury Reserve stoomt zichzelf klaar voor de grote doorbraak met zelfgetiteld debuut

door Tobias Cobbaert

Er wordt wel eens gezegd dat alle goeie dingen in drieën komen. Zelf zijn we niet zo bijgelovig, maar hiphoptrio Injury Reserve zou ons deze platitude bijna doen geloven. Met enkele mixtapes en ep’s op zak wist de groep reeds de aandacht te wekken van de hiphopminnende internetsurfer – vooral met ‘Floss’-, al was er van een doorbraak bij het grote publiek vooralsnog geen sprake. Hopelijk wordt dit zelfgetitelde debuutalbum de plaat waarmee Ritchie With a T, Stepa J Groggs en Parker Corey de erkenning krijgen die ze verdienen.

In het verleden leek het trio de bangers en de lichtere momenten regelmatig af te wisselen, maar ‘Injury Reserve’ lijkt duidelijker in twee helften te zijn opgesplitst. Het eerste deel van de plaat bestaat uit opzwepende nummers waarna er een overgang gemaakt wordt naar veel introspectievere tracks. Waar de vorige projecten dus last leken te hebben van stemmingwissels, presenteert de groep op deze plaat eerder een langzame afdaling van euforie richting melancholie.

De eerste helft, en daarmee de volledige plaat, wordt ingezet door het speelse ‘Koruna & lime’. Door de minimale doch affectieve percussie en de staccato pianoklanken krijgt de song al snel een dwingend karakter en word je de wereld van Injury Reserve in geworpen. “Love the fans that say we don’t get enough shine/ I mean, shit, well, they isn’t lyin’” rapt Stepa J Groggs, die zelf duidelijk ook bewust is van de groep z’n status als onontdekte parel in de rapwereld. De welverdiende braggadocio van dit nummer wordt opgevolgd door maatschappijkritiek in ‘Jawbreaker’, een track die opgebouwd is rond een mysterieuze xylofoonbeat waarover de rappers hun beklag doen over mensen die hun persoonlijkheid inwisselen voor dure merkkleren.

Harder is de industriële knaller ‘GTFU’, waarop Cakes Da Killa opnieuw een gastbijdrage mag leveren na zijn verse in het fantastische ‘What’s goodie’ vanop ‘Floss’. Ook Jpegmafia tekent present, maar hij mag enkel het desoriënterende einde verzorgen en krijgt jammer genoeg niet meer microfoontijd. De beste song op dit deel van de plaat is echter ‘Jailbreak the Tesla’, een futuristische banger waarvan de beat klinkt als een SOPHIE-remix van de Teriyaki Boyz. Tijdens dit nummer beschrijven Ritchie With a T en gastrapper Aminé letterlijk hoe ze een Tesla-auto hacken, inclusief persoonlijke verontschuldigingen aan Elon Musk.

Op de grens tussen de twee verschillende albumdelen vinden we ‘Rap song tutorial’, een grappige interlude en tegelijk het meest frustrerende moment van de plaat. Op simplistische wijze beschrijft de groep het schrijfproces van een rapnummer en -album om zo kritiek te uiten op zijn vele concullega’s die genoegen nemen met het uitbrengen van matig materiaal. Het is een grappig moment, maar het probleem is dat het nummer dat Injury Reserve deconstrueert erg goed klinkt – een verloren kans voor nog een hoogtepunt die het trio nu verspilt aan een niemendalletje.

Met ‘Wax on’ schakelen we over naar de tweede helft, en de vibe voelt meteen heel anders aan. De opschepperij en maatschappijkritiek worden ingeruild voor persoonlijke verhalen over het missen van vrienden en familie op tour en de eenzaamheid die ermee gepaard gaat. In ‘What a year it’s been’ reflecteren Ritchie en Stepa begeleid door een begeesterende A Silver Mt. Zion-sample over alle moeilijkheden die ze het afgelopen jaar hebben moeten overwinnen. ‘Best spot in the house’ beschrijft dan weer hoe Ritchie With a T het gevoel krijgt dat zijn teksten eenrichtingsverkeer zijn. Zijn fans hebben veel aan zijn teksten, maar er is niemand die hem in ruil ook wat mentale steun verleent.

Toch eindigt het album niet volledig in kommer en kwel. Afsluiter ‘Three man weave’ is een ode van het trio aan zichzelf. Met behulp van een hoop basketbalmetaforen prijzen de groepsleden de chemie die er tussen hen speelt en hoe hun samenwerkingen altijd tot grootse resultaten leiden. De soulvolle saxofoon die prominent in dit nummer te horen is zorgt ervoor dat dit debuut op een positieve noot afsluit.

‘Injury reserve’ is een erg sterk debuut dat door de opsplitsing in twee duidelijk verschillende maar allebei kwalitatief hoogstaande helften de veelzijdigheid van het drietal duidelijk in de verf zet. Zowel de party animal als de zwartgallige poëet in ons wordt door deze plaat tevreden gesteld. Zoals de groep het zelf zegt op de openingstrack: tijd dat het grote publiek aandacht begint te schenken aan Injury Reserve.

Injury Reserve komt op 10 november deze nieuwe plaat voorstellen in Trix. Tickets kun je hier vinden.