Introspectie op z’n zachtst op ‘First flower’ van Molly Burch

door Lowie Bradt

Toen Molly Burch met ‘Please be mine’ een succesvol debuut uitbracht, maakte menig muziekjournalist de vergelijking met Angel Olsen. Dat de nonchalant melodieuze teksten sterk deden denken aan die van Olsen was duidelijk, wij vroegen ons evenwel vooral af hoe ze zelf om zou gaan met deze referenties in haar verdere loopbaan. Kan de uit Texas afkomstige zangeres zichzelf interessant houden op nieuw werk of verliest ze zich te veel in alle lof?

Molly Burch’s eerste plaat was er één die gewijd was aan de liefde en de irrationaliteit, twijfel en perikelen die daarmee gepaard gaan bezong. Met de opvolger, ‘First flower’, levert ze een album af waarin haar romantische aanleg nog steeds centraal staat, deze keer echter met een grotere focus op haar eigen persoon. De muzikante bezingt er haar soms hardnekkige onzekerheid en hoe ze die de ene keer met meer succes dan de andere in bedwang houdt. Muzikaal dan blijft de formule van ‘First flower’ tegenover zijn voorganger min of meer gelijk: zachte popsongs zonder al te veel schakeringen, begeleid door jazzy gitaarpartijen en gedragen door Burch’s frêle, toch bezwerende stem. Opvallend is hoe ze de verhalen in korte en speelse songs verpakt krijgt, iets wat het album ten goede komt en de nummers onderscheidt van ouder werk.

In opener ‘Candy’ trekt de Amerikaanse parallellen tussen een verslaving aan zoetigheid en het moeilijk kunnen weerstaan aan onzekere gedachten: een mooie boodschap, ontdaan van onnodige dramatiek, gegoten in een prachtnummer met een onweerstaanbaar refrein. ‘First flower’, hier het enige pure liefdesliedje, is een ode aan Burch’s partner en schaamteloos mooi. Op ‘To the boys’ dan keert de zangeres zich op een uiterst meeslepende manier tegen iedereen die haar afbreekt om haar verlegen aard. ‘Good behavior’ ten slotte is een welgekomen berusting ondersteund door een spaarzame viool.

Het kabbelende karakter van de muziek is echter een tweesnijdend zwaard. Zo brengt het wel het overpeinzende verhaal in een aangenaam lichtere omgeving, tegelijk vergroot het het gevaar op verveling. ‘Every little thing’ start bijvoorbeeld veelbelovend maar mist uiteindelijk toch de sterke melodieën en/of arrangementen om vijf minuten lang te blijven boeien. Het is het minst compacte lied van de plaat en daar lijdt het ook onder.

Gelukkig zijn die saaie momenten eerder uitzondering dan regel. Voor het grootste deel geeft Burch je een aangename, berustende rondleiding in haar eigen hersenpan zonder te vervelen. ‘First flower’ is zo een plaat die niemand zal afschrikken, al zal ze evenwel niet iedereen bijblijven. Levens veranderen zal ze evenmin doen, noch mensen met open mond achterlaten. Maar hoeft dat dan altijd?

Molly Burch speelt op 30 november in Gent. Info en tickets vind je hier.