Joyce Manor kleurt buiten de poppunklijntjes met ‘Cody’

door Frederik Jacobs

Een poppunkband die bedolven wordt onder de lovende kritieken, het gebeurt niet vaak. Tenzij je Joyce Manor bent. Hun tweede album ‘Of all things i will soon grow tired’ uit 2012 werd lovend onthaald, en ook opvolger ‘Never hungover again’ was bijzonder goed. Met vierde langspeler ‘Cody’ breien ze daar een erg mooi vervolg aan. Maar wat maakt dit Amerikaanse viertal  nu eigenlijk beter dan de gemiddelde poppunkband?

Om te beginnen is er de geloofwaardige authenticiteit. De songs bestaan over het algemeen uit simpele en zichzelf immer herhalende gitaarakkoorden – meer punk kan bijna niet.  De aanstekelijke melodieën die zanger Boris Johnson uit zijn mouw schudt zorgen dan weer voor het pop-aspect. Daarbovenop heb je zijn geweldig nonchalante zang (in opener ‘Fake ID’ doet hij soms zelfs denken aan Paul Weller in zijn the Jam-periode) én de typische samenzang met bassist Matt Ebert in de meeste refreinen. Poppunk volgens het boekje dus.

Joyce Manor is, in tegenstelling tot vele andere bands binnen het genre, een heel open-minded band. Ze staat open voor invloeden vanuit andere rockgenres, er is ruimte voor experiment en de muzikanten kennen heus wel meer dan drie akkoorden. Het resultaat daarvan is wederom een behoorlijk afwisselend album. ‘Eighteen’, een typische poppunksong gekruid met jeugdige gitaarvirtuositeit, wordt bijvoorbeeld opgevolgd door akoestische ballad ‘Do you really want to get better’. Even later smokkelen de galmende gitaren in ‘Stairs’ zelfs even een dreampopvibe naar binnen. Sterke afsluiter ‘This song is a mess but so am I’ had dan weer van The Vaccines kunnen zijn. De songs zijn bovendien over het algemeen erg kort, wat ze van begin tot einde boeiend houdt.

Net als op hun vorige albums kleurt Joyce Manor met ‘Cody’ buiten de lijntjes van de poppunk. Loyaal blijvend aan hun roots gaan ze op verkenning in de rest van het muzieklandschap.  Zal Joyce Manor op termijn met poppunk doen wat Deafheaven met metal deed? Er zullen ‘haters’ zijn, maar wij staan alvast te juichen aan de zijlijn.

Album verdeeld door Epitaph Records.