Kendrick Lamar verstevigt met ‘DAMN.’ zijn reputatie als hiphopgrootheid

door Daan Leber

Twee jaar geleden tilde Kendrick Lamar eigenhandig hiphop naar een hoger niveau met ‘To pimp a butterfly’. ‘Good kid M.A.A.D. city’ was een hyperlokaal en persoonlijk album over de jeugd van K. Dot maar de opvolger bevond zich in totaal andere en hogere sferen. Muzikaal was de invloed van funk, soul en jazz overduidelijk en de thematiek van de hypocrisie van de Verenigde Staten, en in het bijzonder de behandeling van de Afro-Amerikaanse bevolking, liep doorheen het album. Het leverde Kendrick naast een bezoek aan het Witte Huis ook universele lof en erkenning op. Met uitzondering van “overschotjesalbum” ‘untitled unmastered’ bleef het de afgelopen twee jaar stil op muzikaal vlak, maar misschien niet onlogisch. Hoe moet iemand in godsnaam ‘To pimp a butterfly’ opvolgen en overtreffen?

Met ‘DAMN.’ dus. Een los nummer (‘The heart pt. 4’) met welgemikte uithalen naar andere rappers (Drake???) en een simpele Instagramfoto, meer heeft Kendrick niet nodig om de aandacht weer volledig naar zich toe te trekken. Voeg daar de eerste vooruitgeschoven single ‘HUMBLE.’ aan toe, met een totaal andere sound dan vorig werk, en wij begonnen de week voor de release zowaar weer dagen af te vinken op kalenders.

Opener ‘BLOOD.’ laat zien dat niets is wat het lijkt op ‘DAMN.’. Een blinde vrouw schiet hulpvaardige Kenny neer en dient meteen als metafoor voor het hele album. De spreidstand tussen zwakte en waanzin,  en goed en kwaad loopt door het hele album, zowel tussen nummers onderling (‘LOVE.’ en ‘LUST.’) maar ook binnen tracks zoals ‘XXX.’. Ook op muzikaal vlak is die tweestrijd te horen. ‘DAMN.’ leunt dichter aan bij pure hiphop dan z’n voorganger, waarop heel wat jazz- en soulinvloeden te horen waren. Het is een terugkeer naar de heerlijke hiphop van doorbraakplaat ‘Good kid, M.A.A.D. city’, aangevuld met een woestheid die we nog niet vaak hoorden van de rapper.

Neem bijvoorbeeld ‘HUMBLE.’, waarop hij allesbehalve nederig opstelt. Hij daagt met een terecht verkregen verwaandheid de hele rapgame uit om hem te overtreffen. Op ‘DNA.’ vergelijkt hij zichzelf met Jesus, maar komt ook de black pride van ‘TPAB’ terug. Ook een aanval op Fox News horen we andermaal. De woorden van de presentator klinken in hun overdrevenheid voor een seconde grappig, tot het besef komt dat de zender dagelijks gemiddeld een kleine drie miljoen kijkers haalt.

Hoewel Lamar op die twee nummers in het rond schopt, blijft hij verder op muzikaal vlak rustig. Dat wil gelukkig niet zeggen dat hij zomaar teruggrijpt naar standaardgeluiden binnen de hiphoptraditie. Er hangt bijvoorbeeld een bevreemdende sfeer op ‘LUST.’, met dank aan de productie van BadBadNotGood en bewerkte vocals van Kaytranada. Die psychedelische sound komt ook voor op ‘PRIDE.’. Raar maar waar: Connan Mockasin is niet verantwoordelijk voor deze heerlijke intro en dito beat. Tegenover die ongebruikelijke hiphopgeluiden staat dan meer poppy werk zoals ‘LOVE., een liefdesliedje met Justin Bieber-vibes. Vooral ‘LOYALTY.’ weet de aandacht te trekken, mede dankzij de bijdrage van Rihanna. Op ‘LOYALTY.’ palmt ze voor een keer de spotlights niet in, maar deelt ze de aandacht 50/50 met Kendrick. Ze neemt als het ware de rol aan van een veelbelovende, zij het eerder onbekende achtergrondzangeres.

De verscheidenheid aan muzikale invloeden mag geen verrassing zijn na ‘To pimp a butterfly’. Ook thematisch schiet deze plaat alle richtingen uit. Verwijzingen naar de straffende God uit het Oude Testament, black pride en de toestand van de Verenigde Staten anno 2017 zijn alomtegenwoordig. Lamar heeft veel te vertellen, en doet dat vaak op mooie wijze, Toch dreigt de boodschap soms te verdrinken in de verschillende metaforen en obscure verwijzingen die hij gebruikt. Gelukkig toont hij dat hij nog steeds prachtige verhalen kan vertellen. Het maakt ons daarom niet veel uit hoe waarheidsgetrouw ‘DUCKWORTH.’ is, waarin hij op intrigerende wijze de alledaagse strijd om te overleven in de ghetto’s beschrijft.

‘XXX.’ (ja, die ene song met U2) en ‘God.’ zijn dan weer de perfecte voorbeelden van de dualiteit die door ‘DAMN.’ stroomt. Telkens word je op het verkeerde been gezet na de eerste verse. Op ‘XXX.’ adviseert Kendrick een vriend om de dood van zijn zoon gewelddadig te wreken. Hoewel de moordenaars niet bij naam genoemd worden, geven de sirenes op de achtergrond genoeg info. In de tweede helft wordt echter de oorzaak aangeklaagd van zo’n denken, namelijk de hypocrisie van Amerika en zijn heersende klasse en media-elite. ‘GOD.’ toont Kendrick dan weer van zijn meest hoogmoedige kant, tot het opperwezen in kwestie hem weer hardhandig op zijn plaats zet.

De indrukwekkendste track van ‘DAMN.’ bevindt zich pal tussen die twee songs. Net zoals het aangrijpende ‘u’ van TPAB, grijpt ‘FEAR.’ naar de keel door de oprechte angsten en twijfels van Kendrick. Het is de culminatie van zijn tekstuele talenten waarin hij de angst om jong te sterven door de gewelddadige leefwereld in Compton rijmt met de vrees om het onderscheid tussen goed en kwaad te verliezen. Die angsten, gecombineerd met het mogelijke verlies van zijn creativiteit, hangen als een zwaard van Damocles boven z’n hoofd. Door in de laatste verse expliciet te verwijzen naar de verschillende songs op ‘DAMN.’, vallen die nummers ook meer te plaatsen in de context die Kendrick creëerde op zijn vierde langspeler.

‘DAMN.’ draait finaal uit op een synthese van ‘Good kid M.A.A.D. city’ en ‘To pimp a butterfly’, zij het met een uitgesproken eigen smoel. Kendrick ziet nog steeds sociale anomalieën, maar plooit ook meer op zichzelf en zijn bakermat terug. Ons hoor je absoluut niet klagen, want we krijgen the best of both worlds voorgeschoteld, ondersteund door een rijk klankenpalet. Bij momenten verliest hij echter even het overzicht om ons bij de les te houden. Het tot het oneindige proberen verklaren van lyrics is misschien leuk voor de mensen op genius.com, maar voor ons mocht het bij momenten iets concreter zijn. Los van dat puntje van kritiek, verstevigt Kendrick Lamar opnieuw zijn positie als een van de allergrootsten uit de hele hiphopgeschiedenis.