Kevin Abstract worstelt met oude demonen op ‘ARIZONA BABY’

door Jasper De Spiegeleer

Er is heel veel veranderd sinds de release van ‘American boyfriend: a suburban lovestory’: Ameer Vann werd verstoten wegens seksueel misbruik en bijgevolg werd Kevin Abstract het nieuwe gezicht van Brockhampton. En dat ging gepaard met een andere sound dan op de ‘Saturation’-trilogie, waarin Ameer een grote rol speelde. Op ‘Iridescence’ waren de harde nummers scherper en de typerend melige kant was softer. De meningen waren verdeeld, maar de groep leek een sterker blok dan ooit tevoren.

De sprankelende synths en sputterende beats op het eerste nummer ‘Big wheels’ verraden meteen dat dit wel degelijk een Brockhampton-project is, enkel met Kevin Abstract in de hoofdrol. ‘ARIZONA BABY’ nestelt zich recht in het midden tussen ‘American boyfriend’ en ‘Iridescence’. Met autotune doorbakken vocals en zachte akoestische gitaarriffs zetelen er naast opzwepende beats en snedige raps.

Ondanks de zware, introspectieve teksten, geeft het album geen overwegend triest gevoel. ‘Joy ride’ verhaalt over Kevin Abstracts gemiste kansen in het leven en hoe hij, achteraf gezien, sommige dingen anders had willen doen. Maar het catchy refrein met zijn vederlichte vocals hoort eerder thuis op het strand met een cocktail in de hand dan in foetushouding in een donkere kamer. Net hetzelfde voor ‘Baby boy’, dat dramatisch opent met “Everytime I find myself I feel so lost” en even later overschakelt naar een poppy refrein van Ryan Beatty. Op het zomerzoete ‘Peach’, dat terugblikt op een vervlogen jeugdliefde, wordt Kevin vergezeld door nieuwe vriend aan huis Dominic Fike en vaste waarden Joba en Bearface.

Natuurlijk is er ook plaats voor pure tristesse, die zijn piek bereikt op ‘Corpus christi’. Kevin gooit al zijn twijfels op tafel en lijkt geconsumeerd te worden door spijt. ‘If you wake up feelin’ more lonely than you felt yesterday/Then boy you gotta let me go then’ wordt ondergedompeld in autotune en draagt bij aan het overheersende gevoel van machteloosheid. Maar de oren worden toch vooral gespitst bij de woorden “I wonder if Ameer think about me, or what he think about me”. De scherven van een gebroken vriendschap snijden duidelijk nog altijd diep bij de jonge rapper. ‘Georgia’ blikt op zijn beurt terug op de obstakels van een zwarte homoseksuele tiener in de oerconservatieve staat en sleept meteen de prijs voor mooiste refrein van het album in de wacht.

Kevin gooit zijn ziel op tafel, zoals we van hem gewend zijn, maar op ‘ARIZONA BABY’ zijn de raps spitser en de melodieën melancholischer. De thema’s zijn gelijkaardig: onzekerheid, homofobie en gebroken relaties. Ze zijn echter een stuk volwassener aangebracht waardoor ze puurder aanvoelen en minder als de perikelen van een high school kid, zoals dat op ‘American boyfriend’ soms het geval was. Kevin Abstract toont zich een waardige verteller met teksten die soms op de rand van het melige balanceren, maar die grens op geen enkel moment overschrijden.