Lost Under Heaven kiest voor ingetogen intensiteit op ‘Love hates what you become’

door Stan Pannier

“WU LYF is dead to me. The sincerity of “Go tell fire” was lost in the bull shit of maintaining face in the world we live. Clap your hands chimp everybody’s watching.” Met die woorden trok Ellery James Roberts in 2012 de stekker uit de World Unite Lucifer Youth Foundation, kort WU LYF. Een donderslag bij heldere hemel, want de band uit Manchester had nauwelijks een jaar eerder gedebuteerd met het onmetelijk mooie ‘Go tell fire to the mountain’, een album dat van kop tot staart trilde van de levenslust – mocht je tot de gelukkigen behoren die plaat nog te mogen ontdekken, verdoe alsjeblieft je tijd niet met deze woorden en rep je naar de dichtstbijzijnde platenzaak.

Hoe onverwacht en bot Roberts’ afscheidsrede ook was, het betekende niet het eind van zijn muzikale ambities. De zanger nam z’n door wolven opgevoede stem – en zijn afkortingsdwang – mee naar LUH, Lost Under Heaven, het project dat hij begon met zijn Nederlandse geliefde Ebony Hoorn. Het paar pakte in 2016 uit met het geweldige ‘Spiritual songs for lovers to sing’, dat in urgentie en intensiteit niet veel moest onderdoen voor ‘Go tell fire’. Deze keer besloot Roberts gelukkig níét om een geslaagd debuut op te volgen met een vaarwel, en dus is er nu ‘Love hates what you become’.

Als er toch iets op ‘Spiritual songs’ aan te merken viel, dan waren het de onbevattelijke twee minuten hardstyle in ‘$oro’. Dat uitgesproken elektronische uitje vonden wij toen een slecht idee, en nu niet minder: opener ‘Come’ kan met zijn beukende elektro-uithalen matig overtuigen. Nee, dan horen we Lost Under Heaven liever zoals elders op de plaat, huilend tegen de hemel, furieus trachtend het Ware Leven te ontdoen van alle leugenachtige verpakking.

In tegenstelling tot de vorige plaat, die bulkte van de anthems, kiest Lost Under Heaven op ‘Love hates what you become’ voor een meer ingetogen aanpak. Wanneer er niet aan intensiteit wordt ingeboet, levert dat mooie resultaten op: uitblinkers zijn de titeltrack en het vermelde ‘The breath of light’, waar Hoorn in het slot fantastisch uithaalt. Niet voor het laatst: waar de Nederlandse op ‘Spiritual songs’ vooral een kalm tegengewicht vormde voor haar full time uitzinnige partner, treedt ze op dit album voortdurend op de voorgrond. In het dreigende ‘Bunny’s blues’ bijvoorbeeld, maar vooral het grootse, naar Mazzy Star lonkende ‘Black sun rising’ zet ze volmaakt naar haar hand.

Op andere momenten werkt de nieuwe, bedaarde toon veel minder. ‘Serenity says’ is flets, en ook bij ‘Savage messiah’ hadden wij, zeldzaam bij een pennenvrucht van Roberts, het gevoel: deze song móést er niet per se zijn. Het ijzersterke ‘Post millennial tension’ doet beter met z’n langzaam aanzwellende opbouw en een refrein dat als vanouds op hooggeheven vuisten mikt. Zo ook het weergaloze slotstuk ‘For the wild’, dat WU LYF-bloed door z’n aderen heeft gieren: extatisch, opzwepend, ten strijde trekkend tegen de vervreemding van mens en natuur. Een song die in z’n ééntje een klimaatmars kan aanvoeren.

Op ‘Love hates what you become’ schuwen Hoorn en Roberts vaker de grote gebaren van hun debuut. Met de zangeres in een glansrol resulteert die meer naar binnen gekeerde koers in een handvol uitstekende nummers. In tegenstelling tot ‘Spiritual songs’ is niet elke song even urgent, maar op de dool is Lost Under Heaven geenszins.

Lost Under Heaven speelt 1 maart in Trix. Tickets voor die show zijn te koop vanaf donderdag 24 januari om 10 uur via de website van de zaal.