Makeness mikt afwisselend op hoofd en benen met ‘Loud patterns’

door Kevin Bruggeman

Makeness is het project van de Schotse producer Kyle Molleson en diens debuut freewheelt drie kwartier lang langs de uithoeken van electronica, techno en house. Hij heeft daarvoor goed naar Caribou geluisterd, en de grens tussen inspiratie en plagiaat is soms wel heel dun.

Het titelnummers is als opener meteen een intentieverklaring. Een strakke beat wordt begeleid door dub-geluiden die mikken op zowel de hersenen als de onderbuik. Het zoeken naar referenties wordt echter gemakkelijk gemaakt van zodra de stem invalt. Die is namelijk als twee druppels water dezelfde als die van Dan Snaith, alias Caribou of Daphni. We hebben het nagecheckt, maar Makeness heeft echt geen enkele link met hun illustere Canadese voorbeeld. Afin, behalve de muziek en de stem dan. Ook in ‘Fire behind the 2 Louis’ beseffen we dat het moeilijk zal worden een review te schrijven zonder voortdurend naar Caribou te verwijzen, maar teneinde de leesbaarheid van deze recensie te verhogen namen we er finaal vrede mee dat het nu ook weer niet om zo’n slechte referentie gaat. Het dansbare openingsduo valt namelijk enkel te omschrijven als “bijzonder fijn”, wat ook geldt voor het ontspannen ‘Who am I to follow love?’. Een vrouwenstem speelt daarin de hoofdrol, en we hopen dat Makeness daar in de toekomst vaker beroep op doet.

‘Gold star’ is misschien wel het hoogtepunt van het album. Wat op zich een eenvoudige funky baslijn is zonder overbodige franjes, wordt opgevuld met diverse achtergrondgeluidjes om uiteindelijk aan te zwellen aan tot een hete, donkere clubtrack. Het instrumentale ‘The bass rock’ voelt daarna wat aan als een anticlimax, wegens meer vorm dan inhoud. En stiekem missen we ook de slome beat en ingehouden spanning die de voorgaande twintig minuten zo genietbaar maakte. Gelukkig keert dat alles terug in ‘Day old death’, een nummer dat al enkele maanden geleden uitgegeven werd. We ontwaren hier zowaar een vleugje industrial en merken goedkeurend op dat ook zwaardere beats Makeness goed staan. Het zijn die kleine veranderingen – bij voorkeur met koptelefoon te ontdekken – die het album behoeden voor te veel eentonigheid.

Naar het einde toe worden de vocals grotendeels weggelaten en krijgt Makeness meer een eigen gelaat. Helaas resulteert dat niet in de beste songs. ‘Rough moss’ is matig, het vrolijke ‘Our embrace’ lonkt iets te schaamteloos naar Hot Chip en ’14 drops’ – ook een oudje – zal ook niet al te lang bijblijven. De elektronische geluidenbrij van afsluiter ‘Motorcycle idling’ lijkt niet veel andere bedoelingen te hebben dan je zo snel mogelijk je koptelefoon te laten weggooien.

‘Loud patterns’ ademt een ongedwongen sfeer uit, wars van alle pretentie. Dansen mag en wordt warm aanbevolen, maar een pint aan de toog drinken is ook goed. Iets meer eigen smoel, iets minder opvullers en Makeness kan een blijvertje worden in het genre van de donkere dansmuziek die meer op brein dan op benen mikt.

Makeness speelt op maandag 28 mei in het voorprogramma van Unknown Mortal Orchestra in de AB in Brussel (info & tickets).