Manchester Orchestra gaat gebukt onder z’n eigen gewicht op ‘A black mile to the surface’

door Pascal Vandenberghe

De dag waarop Arcade Fire teleurstelde met ‘Everything now’ brachten ook de indierockers van Manchester Orchestra een nieuwe plaat uit. Net als Arcade Fire draait het kwartet uit Atlanta (geen Britten dus, zoals de naam zou laten vermoeden) al een hele tijd mee. In 2006 verscheen het debuut ‘I’m like a virgin losing a child’, waarmee de Amerikanen een jaar later als prille twintigers toerden onder de vleugels van Brand New.

Het laatste wapenfeit ‘Hope’ – een akoestische interpretatie van het ruigere ‘Cope’ – dateert alweer van 2014. In de aanloop naar een nieuw project wilde de band, geïnspireerd door ‘Sound & color’ van Alabama Shakes, zich een puur geluid aanmeten. “Intensity without volume” was hun mantra. Het uiteindelijke resultaat is net het tegenovergestelde daarvan geworden.

’t Is te zeggen: intens klinkt het over het algemeen zeker, maar without volume? Die piste lijkt het viertal verlaten te hebben. ‘A black mile to the surface’ is misschien wel de bands meest bombastische album tot nu toe. Op intro ‘The maze’, het ingetogen ‘The alien’ en het akoestische ‘The parts’ na zijn vrijwel alle nummers rijkelijk gelaagd met groots klinkend gitaar- en drumwerk, synthesizers en hier en daar harmonische zang die doet denken aan Fleet Foxes.

‘The grocery’ raakt wat dat betreft alle juiste plekken met uitbarstende gitaarmuren en een emotionele Andy Hull op zijn best. Ook de vooruitgeschoven single ‘The gold’ beklijft door z’n ritme en Hulls meeslepende zangmelodieën. Elders zorgt de epische exuberantie echter vaak voor een grijs kleurenpalet waarmee de plaat elk nummer vermoeiender werkt. Vooral de effecten op Hulls stem spelen het project parten. Een liedje zo fragiel als ‘The alien’ boet door de overtollige lagen heel wat aan kracht in. De galm in ‘The parts’ doet de ballade dan weer iets te melig en clichématig overkomen.

Tekstueel behoudt de groep haar intieme karakter. Het album is in sé geen verzameling van directe persoonlijke songs, al zijn de invloeden uit de eigen omgeving wel duidelijk aanwezig. Vooral Hulls in het reine komen met vaderschap schijnt helder door, van angst (“I don’t think I want to be a dad” in ‘Lead, SD’) tot trots (“Let me open my eyes and be glad that I got here” in afsluiter ‘The silence’), waar hij zijn eigen (nu drie jaar oude) dochtertje lijkt aan te spreken.

Manchester Orchestra toont met ‘A black mile to the surface’ aan dat ze een volwassen band zijn geworden. Het is echter jammer dat de plaat lijdt onder onnodige productionele opsmuk waardoor het geheel niet enkel te dramatisch maar ook iets te veilig klinkt. De puurheid waar de groep in eerste instantie naar op zoek was schuilt er nochtans zeker in. Deze black mile is uiteindelijk vooral een wandeling bergop met meer bagage op de rug dan nodig.

Manchester Orchestra treedt 1 november op in de VK (info & tickets).