Meer crèche dan club op ‘Devout’ van Mr. Mitch

door Anton Creemers

Vader worden, het doet wat met een mens. Ook voor Miles Mitchell a.k.a. Mr. Mitch is het een nieuwe stap in zijn leven, en dat maakt hij duidelijk met zijn tweede album op het Britse label Planet Mu. Op ‘Devout’ vertelt hij een ingetogen verhaal over vaderschap in het hyperdiverse Londen. De Britse producer brengt daarbij een melodische mengeling van grime en pop met invloeden uit de uiteenlopende Londense clubsounds. Het album is echter zoals de meeste babyverhalen en -foto’s: vaak niet heel intrigerend voor de persoon die moet luisteren.

Het is jammer dat Mr. Mitch zich op een zekere manier afzet van zijn verleden door de toegankelijke kant van zijn muziek op te zoeken. Zijn ingetoomde, zweverige producties hebben altijd al een meer uniek geluid dan zijn collega’s uit de grime-scene. Waar anderen oorlog voerden met ‘wardubs’, kwam hij met ‘Peace dubs’ mixtapes. Op zijn minimalistische debuutalbum ‘Parallel memories’ experimenteerde hij nog met slepende r&b-samples, de typische (sino-)grime synths en zeldzame percussie-elementen. Voorts stond hij aan de wieg van Gobstopper Records en het Boxed platenlabel dat bekend staat om zijn feesten in legendarische Londense clubs als Fabric.

Die dagen van losbandige feesten behoren sinds de geboorte van zijn tweede zoon tot het verleden. De toon van zijn muziek verschuift van weemoedig en dreigend (‘Feel (don’t ask)’ van zijn debuut) naar hoopvol op het openingsnummer ‘Intro’ waar beide zoontjes, Oscar en Milo, gesampled worden. Ook in de instrumenten hoor je een verandering: waar vroeger quasi alleen maar heldere synths gebruikt werden om de melodie te tekenen zijn er nu strijkers en piano aan het geheel toegevoegd zoals op ‘Lost touch’ met pianist Duval Timothy. Die oude patronen doorbreken heeft echter weinig effect op de kwaliteit van het nummer. ‘Lost touch’  is ondanks de vele gesamplede lagen en ingewikkelde instrumentatie toch vlak en ongeïnspireerd. De enige instrumentale nummers die aan de trend ontsnappen zijn het sfeervolle ‘If i wanted‘ en ‘Black tide’, dat blijft hangen door een sterke melodie.

Mr. Mitch neemt voor het eerst de rol van vocalist op in een aantal nummers. Zijn ge-autotunede, apathisch klinkende stem à la Zweedse rapper Bladee past wel bij het eenvoudige ‘My life’, al is het minder geslaagd in ‘Our love’. Ook op de slaapliedjes  ‘Intro’ en ‘Oscar’ hindert zijn stem (en vooral de gesamplede kindergeluiden) de verder sterke producties.

De platenbaas van Gobstopper Records is zeker geen onbekwame muzikant. ‘If I wanted’ is sterk in zijn eenvoud. Mitchell werkt daarnaast uitstekend met zijn gastzangers. Het zachte dancehallnummer ‘VPN’ met Mixpak-crooner Palmistry is zelfs een uitschieter op het album. De warme synths complementeren de mierzoete gezangen perfect. Het nummer is misschien wel het beste waar Palmistry al aan heeft meegewerkt. Met zangeres Denai Moore klikt het ook wel. Op ‘Fate’ laat ze horen dat een goede stem veel meer waard is dan wat auto-tune kan simuleren. En grime MC P Money laat zijn bars goed over de dreigende bas van ‘Priority’ glijden.

Mr. Mitch is en blijft een sterke producer die met zijn minimalistische aanpak zijn stempel op de grimescène van dit decennium heeft gedrukt. Het auto-tune gecroon laat hij echter beter achterwege en de kindjes worden beter in de crèche dan in de studio geplaatst.