Meer kruidenthee dan LSD op Avey Tare’s ‘Eucalyptus’

door Liam Giraerts

We wisten eerlijk gezegd niet goed wat te verwachten van de nieuwe Avey Tare. Hoewel de recente soloprojecten van andere Animal Collective-leden Deakin en Panda Bear zowat unaniem geprezen werden, was het onthaal van Avey Tare’s ‘Slasher flicks’ verdeelder. Hetzelfde gold in mindere mate voor het epilepsie- en diabetes-onvriendelijke recentste album ‘Painting with’. Niet iedereen was fan van de richting waar Animal Collective in volle vaart en op automatische piloot naartoe stoof.

Wie daar niet aan twijfelde was Avey Tare zelf. In 2016 nam hij immer met Geologist en een cameraploeg een omweg via het Amazonegebied in Brazilië. Daar namen ze midden in het regenwoud ‘Meeting the waters’ op, een live-ep van een geheel ander kaliber. Wat al een geslaagd experiment was in zijn eigen recht, bleek achteraf slechts een aperitiefje voor het indrukwekkende ‘Eucalyptus’.

Season high’ legt meteen een heel ecosysteem van klanken bloot. Natuurgeluiden, akoestische gitaren en electronica versmelten afwisselend met elkaar in golven ambient en free folk. Een gelijkaardige combinatie was al te horen op albums als ‘Campfire songs’ en ‘Sung tongs’ uit 2003-2004, maar nooit klonken de lagen zo onafscheidbaar met elkaar verbonden als op ‘Eucalyptus’. In ‘Melody unfair’ en ‘Boat race’ is het bijna onmogelijk om te bepalen of een geluid nu uit een dolfijn komt of uit een synthesizer. Wat de instrumenten betreft is de grens tussen akoestisch en elektronisch al even vaag. Zelfs wanneer men een mondharp of zither meent te herkennen, maakt de hevige modulatie het onderscheid compleet overbodig. De klankwereld van ‘Eucalyptus’ is even dichtbegroeid als de diepste plekken van het Amazonewoud.

Tegen de tijd dat het initiële verrassingseffect is uitgewerkt, beginnen er steeds meer (relatief) traditionele songs op te duiken. Avey Tare lijkt perfect geleerd te hebben hoe hij voorkomt dat het excentrieke van zijn muziek vervalt in het exuberante. De gekende Beach Boys-obsessie maakt een terugkeer in ‘Roamer’. Spontaan horen we de denkbeeldige stem van Panda Bear meezingen. ‘Jackson 5’ klinkt dan weer als iets dat op ‘Painting with: unplugged’ had kunnen staan. Het is opmerkelijk dat Avey Tare het net in zo’n catchy, exotisch en vrolijk nummer nodig vindt om te zingen: “Down in the depths at the heart of a song / There is a sadness something that’s lost”. Iets vergelijkbaars gebeurt in ‘Selection of a place’, waar de introspectieve kern van de plaat zich door het tijdelijk opheffen van de chaos vertoont als een open plek in een bos.

Het is gemakkelijk om de pareltjes van composities op ‘Eucalyptus’ af te keuren als simpelweg richtingloos of meanderend. Hoewel daar zeker iets van aan is, gaat het nog niet ver genoeg. Wat Avey Tare ons voorschotelt is geen muziek om doelloos mee rond te dwalen: het is muziek om voor een keer werkelijk bij stil te zitten en te reflecteren; voor eucalyptusthee en shikantaza-meditatie. Het meest klinkt ‘Eucalyptus’ nog als een reflectie of synthese van Avey Tare’s muzikale carrière. Dat resulteerde niet alleen in de beste eucalyptusplaat sinds ‘Eucalypse’ van Merzbow, maar zowaar in de beste AnCo-plaat waar niet eens ‘Animal Collective’ opstaat.