Metronomy wordt een muurbloempje op ‘Metronomy forever’

door Pascal Vandenberghe

Metronomy brak in 2011 door met de immer sympathieke net-niet-kitschy pop van ‘The English riviera’, na twee platen die bezieler Joseph Mount grotendeels in zijn eentje maakte. Dat volgde het Engelse vijftal op met het meer experimentele ‘Love letters’ in 2014 en ‘Summer 08’, waarop Mount opnieuw alleen aan de slag ging.

Doorheen die discografie heeft de band zich een karakteristiek geluid aangemeten dat het moet hebben van Mounts unieke stemgeluid, funky synths en vooral hyperaanstekelijke baslijntjes.

Ondertussen ligt ‘Summer 08’ weer drie jaar achter ons en trok Mount weer solo de studio in. Enkele maanden geleden kondigde de Brit ‘Metronomy forever’ aan met de zinsnede “I’m making music, I’m going to do some concerts, I need to feed my children.” Het zijn woorden waarvan een bepaald je m’en fous uitgaat – al dan niet met een knipoog, want Mount wil zich met ‘Metronomy forever’ vooral bezinnen over het concept ‘nalatenschap’ en wat dat betekent als artiest. “You start to think about yourself in terms of legacy and what you’re going to leave behind and then you realise that’s limited to the interest people have in you. In the end I feel completely comfortable with it.”

Het is ook daarom dat Mount hier geen tien afgemeten popsongs aflevert, maar zich meer – zeg maar ‘te veel’ – laat gaan in niemendalletjes, en of dat nu cynisch bedoeld is of niet, het zorgt vooral voor een plaat die eenzelfde vrijblijvendheid uitstraalt als de aankondiging ervan. Met de baslijn van ‘Whitsand bay’ toont Metronomy zich nog eens van haar sterkste kant, en ‘Lately’ is met zijn glimmende synths en aanstekelijke tempo een torenhoge uitschieter. Daartegenover klinken nummers als ‘Lately (going spare)’, ‘The light’ of ‘Wedding bells’ gewoon te uitgeblust. Mounts falset op ‘Sex emoji’ is dan weer ronduit irritant.

Wat Mount hier wel meer dan ooit doet, is het moody en psychedelische kantje van Metronomy tonen. Dat kent wisselend, maar soms wel onverwacht succes. ‘Miracle rooftop’ mag dan wel gewoon een opvulmoment zijn, het wazige housebeatje dat zich langs je oren filtert werkt toch uitnodigend, alsof je alleen op je kamer zit, je uit wil en je in de verte een feestje aan de gang hoort. De synths die het akoestische ‘Upset my girlfriend’ besprenkelen geven het nummer en de apathische lyrics eveneens een uitnodigende glans. ‘Lying low’ doet dan weer aangenaam denken aan pre-doorbraak-Metronomy.

Hoewel ‘Metronomy forever’ wel fijne momenten kent en weer enkele pareltjes aan de discografie toevoegt, voelt het album als geheel toch iets te richtingloos aan en zijn er te veel onverschillige momenten, zowel in de popliedjes als in de ambientstukken. ‘Metronomy forever’ verdwijnt iets te vaak naar de achtergrond en mist de replay-factor die de bands vorige platen kenmerkte. Of Mount daar nog van wakker ligt, is een andere vraag.

Metronomy speelt 19 oktober in De Roma (info & tickets).