Mt. Joy brengt sfeervolle folkrock met een boodschap

door Dries Vaesen

Tot voor een jaar geleden was de één advocaat en zat de ander nog op de schoolbanken. Vandaag doorkruisen Matt Quinn en Sam Cooper de Verenigde Staten als Mt. Joy om hun zelfgetitelde debuutplaat voor te stellen. De vijfkoppige band ontstond in 2005, toen Quinn en Cooper elkaar leerden kennen in Philadelphia. Een muzikale carrière zat er voor beide heren op dat moment echter niet in. In 2016 zwermden ze uit naar Los Angeles, waar ze samen enkele nummers zouden opnemen en definitief zouden tekenen voor succes. Het was nu of nooit, ze besloten zich volledig te gaan focussen op hun muziek en lieten zich omringen door meer gitaar-, percussie en pianogeweld. Mt. Joy was herboren.

‘Mt. Joy’ ontrafelt zich volgens het klassieke stramien van een avond op café met vrienden: van vreedzaam en serieus naar opgetogen en uitgelaten. Met de nodige politieke inhoud en maatschappijkritiek over de drang naar uniciteit en ‘DIY’-mentaliteit tot een duchtige beproeving van de stembanden, heeft ‘Mt. Joy’ voor ieder wat wils. De combinatie van politieke correctheid en alledaagse trivialiteit in hun teksten doet soms wat vreemd aan, maar biedt een luchtige afwisseling tussen de lichte en zware inhoud. Zo creëert de band op ‘Sheep’ een schreeuwerig draagvlak voor het onnodig politiegeweld in de Verenigde Staten, heeft ze het op ‘Silver lining’ over overmatig druggebruik bij jongeren, maar kan er telkens tot op het ordinaire af meegebruld worden met het refrein.

Het is met die combinatie van ernst en joligheid dat de band zijn sterkte benadrukt, want muzikaal brengt ze met geen verrassingen of nieuwigheid. De invloeden van The Alabama Shakes en Vampire Weekend worden in een hedendaags jasje gestoken en worden aangevuld met een snuifje Bob Dylan en The Beatles. Kortom; het klassiek recept van een hedendaagse folkrock-band. Niettemin slaagt de band erin om, hoe serieus de onderwerpen soms zijn, elk nummer te voorzien van een optimistisch refrein dat zonder meer doet dromen over warme, zorgeloze zomeravonden. Het folky timbre van Quinn, samen met de karakteristieke lo-fi gitaarlijnen en de ongelikte mentaliteit doen heerlijk wegdromen.