My Sad Captains – Best Of Times: kunst zonder avant-garde

door Matthias Desmet

“One by one they appear in
the darkness: a few friends, and
a few with historical
names. How late they start to shine!
But before they fade they stand
perfectly embodied, all
the past lapping them like a
cloak of chaos.”

Zo begint het gedicht ‘My sad captains’ uit 1961 van Tom Gunn, een bespiegeling over vervlogen geschiedenis en vergeten helden, waaraan de gelijknamige band, die nu zijn derde langspeler op ons loslaat, zijn naam ontleent. Even melancholisch en neerslachtig als Gunns gedicht, ontvouwt zich de sound van dit gezelschap. Gitaarklanken maken zich los uit een onbestemde duisternis. Uitgesponnen synths galmen op de achtergrond. Met ingehouden tristesse debiteert frontman Ed Wallis teksten vol fundamentele twijfel.

Naar deze plaat luisteren is als ’s nachts halfdronken door het verlaten zakenkwartier van een grootstad dwalen. De straten zijn leeg. Torens van staal en glas zijn de enige toeschouwers. De nacht is enkel een mistroostige entr’acte tussen de chaos van alledag. Stel je ook de slotscène voor van Coppola’s ‘The Conversation’, waarin Gene Hackman echter vervangen is door een uitgebluste yuppie.

My Sad Captains sluit zich aan bij het peloton van bands die met nostalgisch gitaargetokkel de soundtrack schrijven van deze Post-Lehman-Brothers-tijden. Schoonheid wordt gevonden in het verleden. De toekomst brengt enkel onzekerheid. Denk aan acts als Beach Fossils, Craft Spells en vooral Real Estate. My Sad Captains gaat niet voor de compacte beheerstheid van voornoemde groepen maar laat juist zijn songs gul uitwaaieren. De Britten nemen in hun nummers ruim de tijd om sfeer op te bouwen en hun eigen verhaal te vertellen. Dat ruim de helft van de liedjes op de plaat op meer dan vijf minuten afklokt, hoeft dus niet te verbazen. Net als in Gunns gedicht zijn de helden van weleer ook op ‘Best Of Times’ niet afwezig. We horen flarden indie uit de jaren tachtig, zoals Felt en The Go-Betweens. ‘Hardly There’ herinnert ons aan Becks ‘Sea Change’. In ‘Wide Open’ duikt een streepje China Crisis op.

Voor My Sad Captains blijft het niet bij platen maken alleen. Gitarist Nick Goss verzorgt samen met zijn broer het artwork en bassist Dan Davis regisseerde de videoclip bij de single ‘goodbye’. Daarnaast vroegen de heren aan verschillende, bevriende kunstenaars om zich door ‘Best Of Times’ te laten inspireren tot het maken van een werk en bundelden ze de resultaten in een boek. Daar kwam misschien weinig opbeurends maar wel veel interessants uit. Onder meer treurende clowns, krakkemikkige totems en doelloos in de duisternis rondzwemmende kois zijn het resultaat.

Nick Goss maakte zelf een schilderij over Captain Beefheart, getiteld ‘Don Van Vliet longue’. Eerlijk, van hem horen we niks terug op ‘Best Of Times’. Dit brengt ons misschien bij het voornaamste minpuntje van deze plaat. Ondanks de artistieke ambitie, kabbelt het resultaat soms al te makkelijk voorbij. Weerhaakjes ontbreken. Avant-gardist Beefheart, de ultieme “sad captain”, zou voor deze muziek niet uit zijn luie loungezetel gekomen zijn.

My Sad Captains live zien kan binnenkort onder meer in Antwerpen (TRIX, 04.05, info & tickets), Amsterdam (Paradiso, 14.07, info & tickets) en Gent (Boomtown, 22-26.07, info & tickets).

My Sad Captains website

Verdeeld door PIAS