Naar de sterren en daar voorbij op ‘Planetarium’ van Sufjan en vrienden

door Sven Volckerijck

Sinds James Brown in 2006 stierf, mag zijn titel “hardest working man in showbusiness” wat ons betreft gerust doorgegeven worden aan Sufjan Stevens. Amper een goede maand geleden bracht die een live-album uit met de songs van ‘Carrie & Lowell’, zijn twee jaar geleden verschenen plaat. Hoewel hij eigenlijk niet al te veel eigen albums uitbracht sinds zijn debuut in 2000, geeft hij voortdurend de indruk overal te zijn. Hij zet dan ook met sprekend gemak muziek naar zijn hand, getuige onder meer zijn verzamelingen kerstnummers of de live-cover van ‘Hotline bling’ op de recent verschenen concertregistratie.

In 2011 al vroeg het Muziekgebouw Eindhoven aan componist Nico Muhly een werk te schrijven rond het zonnestelsel. Behalve Sufjan Stevens werd ook Bryce Dessner (van The National) erbij betrokken, evenals drummer James McAlister, met wie Sufjan al vaker samenspeelde. Op initiatief van de eigenzinnige artiest uit Detroit verschijnt nu pas een tot conceptplaat verbouwde studioversie die qua opzet herinnert aan Stevens’ Staten-platen ‘Michigan’ en ‘Illinoise’. Zijn persoonlijke stempel is echter merkbaar kleiner op ‘Planetarium’. Het aandeel van de andere muzikanten was dan wellicht behoorlijk groot, al horen we in bijvoorbeeld de vervormde stem in ‘Venus’ duidelijk de vingerafdruk van de Amerikaan.

Wat dit werkstuk zo anders maakt, is de electronica- en zelfs ambient-toets, die je onder meer heel sterk kan horen in ‘Uranus’. Luister ook eens goed naar het futuristisch aandoende ‘Mars’. Dat is, getuige de vele details en zinderende klanken, duidelijk gemaakt om in een akoestisch perfecte omgeving gespeeld te worden. Helaas is noch onze stereo noch onze mp3-speler of smartphone tot zulke topprestaties in staat, waardoor een deel van de kwaliteit ongetwijfeld verloren gaat. De composities zelf blijven dan wel intact, akoestisch-technisch zal de volle rijkdom van dit werk slechts een beperkt aantal toehoorders bereiken. Parels voor de zwijnen is niet helemaal een toepasselijke uitdrukking. Wij blijven wel met een hunkerend verlangen achter deze muziek te mogen aanhoren in perfecte omstandigheden. Ook in België en Nederland zijn er genoeg zalen waar dit mogelijk zou moeten zijn, en dan denken we eerder aan het Concertgebouw in Brugge dan aan Vorst Nationaal.

De ruimte is een erg weidse omgeving en dat hoor je aan de songs. Of het nu het filmische ‘Pluto’ is of het tussendoortje ‘Tides’, steeds wordt er veel -ahum- ruimte gelaten in de muziek. Het maakt de 75 minuten die de plaat duurt niet langdradig maar integendeel lang genoeg om meegezogen te worden in het universum dat het viertal schept. Daarin is afwisseling, ook in ritme. Zo gaat het tempo aangenaam omhoog in ‘Kuiper belt’. De muzikale variatie houdt de plaat spannend tot de laatste noten van ‘Mercury’. Af en toe zit er singlemateriaal tussen: zo weet ‘Saturn’ ongetwijfeld ook Drake-fans voor zich te winnen. Soms is het spek voor de bek van muzikale avonturiers: ‘Black hole’ verzinnebeeldt met de aanwezige ruis de volstrekt-niet-leegheid van het niets dat een zwart gat op het eerste zicht lijkt te zijn.

‘Planetarium’ kent geen dieptepunten en dijt net zoals het heelal steeds verder uit in ons hoofd. Conceptalbums, het is een term met een erg beladen geschiedenis, die meestal alarmsignalen laat afgaan bij muziekliefhebbers. Sufjan en zijn vrienden zijn er echter in geslaagd het huzarenstuk tot een meer dan bevredigend einde te brengen en tekenen zelfs voor één van de meest interessante platen die dit jaar te horen zullen zijn. Nu trekken we ons met onze hoofdtelefoon terug achter onze ruimtetelescoop, om al dat bezongen moois in het echt te aanschouwen.

Voorlopig zijn er verspreid over de wereld slechts enkele uitvoeringen gepland, waarvan die in de Philarmonie de Paris het meest nabij is. Hou de website van Sufjan Stevens in de gaten voor eventuele nieuwe concertaankondigingen.