Nkisi bewandelt kronkelende paden op ‘7 directions’

door Pascal Vandenberghe

Nkisi is van de strekking artiesten die buiten onze landsgrenzen meer erkenning krijgt dan erbinnen. Samen met Angel-Ho en Chino Amobi richtte de in Congo geboren en in Leuven opgegroeide artieste NON Worldwide op, een platform voor muziek van artiesten uit Afrika en de Afrikaanse diaspora met een gemeenschappelijke anti-kapitalistische visie op de representatie van minderheden en gemarginaliseerde groepen in de westerse wereld. Ondertussen is de beweging/globale digitale staat uitgegroeid tot een waar begrip in de progressieve electronicawereld.

Minstens even interessant als waar het label voor staat, is Melika Ngombe Kolongo’s eigen muziek. Die beslaat vooral een mengsel van alles tussen gabber, trance en gqom in, met enerzijds een maatschappelijk geëngageerde, politieke ondertoon en anderzijds een ongemakkelijke, mystieke ondertoon. Met andere woorden: veel om in rechttoe-rechtaan clubtracks te verwerken. In een reeks ep’s op onder andere Doomcore en MW resulteerde dat met succes in frenetieke, beladen, maar toch fantastisch dansbare nummers. Confronterende clubmuziek die een beetje angst inboezemt én uitnodigend werkt.

Op debuutplaat ‘7 directions’ slaat Kolongo een andere richting in. Nkisi heeft zich voor deze plaat ondergedompeld in Bantu-kosmologie, de geschriften van Congolese schrijver Kimbwandènde Kia Bunseki Fu-Kiau, en meer specifiek het idee dat ritme onze waarneming kan manipuleren. Dat alles maakt het typische radicale karakter van Nkisi’s muziek op deze zeven nummers veeleer impliciet, de mystieke aard komt nadrukkelijker bovendrijven.

Dat wil echter niet zeggen dat er veel aan Nkisi’s muzikale DNA is gesleuteld. De gabberinvloeden zijn aanwezig en brengen vooral in ‘III’ en ‘VII’ een direct pulserende touch, verder verstopt hun agressieve karakter zich meer dan vroeger in de woelige Afrikaanse ritmes waarin ze gecontextualiseerd worden. Het is namelijk de nadruk op die indrukwekkende polyritmische beatconstructies die keer op keer de aandacht steelt op ‘7 directions’, waardoor alles ook meer in het ijle beweegt dan op de dansvloer.

Hoewel ritme en beweging sleutelelementen zijn voor deze plaat, stuurt het geheel meer aan op een gelukzalige trance. Zij het aan een hartslagtempo (‘I’) of in de vorm van complexere lagen (‘IV’, ‘V’, vrijwel alles), slaat de heldere percussie je in een hypnose waar je niet uit wil geraken – het best geïllustreerd in de epische opbouw van ‘II’ of het kolkende ‘IV’. Die dynamiek van de schijnbaar eeuwig voortstuwende en toch subtiel evoluerende beats geeft ruimte aan een waas van weids klinkende synths die gracieus rond elkaar dwarrelen. De juxtapositie van die intimiderende, urgente percussie en koele, spokende synths zorgt voor een aanhoudend sinistere stemming die verstillend en op den duur verslavend werkt.

Nu, ‘verstillend’ is geen term die je normaal bij Nkisi zou plaatsen. Hoe dan ook, minder militant klinkende muziek maakt niet voor een minder radicale plaat. ‘7 directions’ mag dan wel subtieler zijn dan Nkisi’s oudere werk, het is een album waar identiteit meer dan ooit centraal staat. Met inspiratiebronnen uit de Congolese literatuur, gebruik van typisch Congolese percussie-elementen en een artiestennaam die verwijst naar Congolese beeldjes voor rituele praktijken, maakt de artieste op ‘7 directions’ een abstracte en innemende studie van de Congolese identiteit. Niet erg opruiend, maar krachtig is het zeker.