Peter Doherty And The Puta Madres: een romantische motherfucker

door Mattias Goossens

Wij zullen ons Pete Doherty voor altijd herinneren als het enfant terrible van de Britpop-nadagen, van de escapades met Kate Moss en Amy Winehouse, van die keer dat hij een show van Babyshambles op Rock Werchter annuleerde omdat zijn kat moest bevallen (lees: politieproblemen) en toen hij een paar later nog dronken wél op dat podium stond een dag nadat The Libertines hun comebackshows speelden in Hyde Park. Rocksterren als Pete zijn tegenwoordig vooral in hiphopkringen te vinden (lees: niet Post Malone), en zelfs deze uitgesnoven rockster betert tegenwoordig zijn leven. Met extra naam en wat zakjes wit poeder minder leverde hij in 2016 met ‘Hamburg demonstrations’ op het nippertje nog één van de platen van het jaar, een veel kwalitatiever geluid dan die Libertines-opflakkering een jaar eerder. Met The Puta Madres is Doherty aan zijn derde band toe, al is de link met zijn recentste solowerk niet helemaal weggevaagd.

Toegegeven: we stonden wat sceptisch bij het lezen van die groepsnaam. Misschien begrijpelijk: we hebben de tijden meegemaakt dat ‘Puta Madre’ van Showtek een niet-ironisch ding was bij leeftijdsgenoten. Echt: die mompelende xanax-rappers zijn in vergelijking daarmee zo slecht nog niet. Opluchting dus, toen bleek dat Doherty’s band eigenlijk een stelletje romantische troubadours zijn, grotendeels samengesteld uit muzikanten die de afgelopen jaren ook zijn soloshows ondersteunden. Na drie jaar op de baan is er nu een eerste plaat onder die naam, vol emotionele ballads en nostalgisch dronkemansgelal – strijkers incluis. Stevige rockers zijn zeldzaam – eerste single ‘Who’s been having you over’ komt nog het meest in de buurt van nummers waarmee de Brit begin jaren 2000 faam maakte. Ook in ‘The steam’ wordt er in het rond gestampt, maar het zijn meer ingetogen nummers zoals ‘Travelling tinker’ of het weemoedige duet met gitarist Jack Jones ‘Paradise is under your nose’ die hier de toon zetten. “Joy is wherever you go / And paradise is under your nose”: hier wordt liefde gesnoven met volle teugen.

Net als op ‘Hamburg demonstrations’ weet Peter Doherty hier de balans te houden tussen meligheid en doorleefdheid. ‘Narcissisic teen makes first XI’ is ondanks de titel een prachtig voortvloeiend hoogstandje, dat stevige gitaaruithalen, een mistroostige mondharmonica en subtiele piano-aanslagen samenweeft tot een van de hoogtepunten uit ‘s mans carrière. ‘Someone else to be’ is de melancholische soundtrack bij een nachtelijke wandeling huiswaarts na een avondje doorzakken op café – je kan zelfs even meelippen met ultieme uitsmijter ‘Don’t look back in anger’ van Oasis dat in de tekst verwerkt wordt. Een subtiele sneer naar Babyshambles-bassist Drew McConnell die aanvankelijk mee bij The Puta Madres speelde, maar tijdens de tournee de band verliet om bij Liam Gallagher te gaan spelen? Hij werd vervangen door Fransman Michael Bontemps – Doherty heeft altijd al een zwak gehad voor de Franse zin voor romantiek en nam dit album op in een Frans vissersdorpje – en dat hoor je ook op deze plaat in ‘Shoreleave’ (“Je suis désoooolééé”). In afsluiter ‘Punk buck bonafide’ stuurt Doherty je in ware straatmuzikant-stijl met enkel z’n gitaar huiswaarts.

Hoe belachelijk of tongue-in-cheek z’n aliassen ook mogen zijn: Peter Doherty is nog lang niet afgeschreven.

Peter Doherty And The Puta Madres spelen donderdag 16 mei in Trix (info & tickets).