Punk verbroedert opnieuw met melancholie op ‘A loud bash of teenage feelings’ van Beach Slang

door Frederik Jacobs

Veertigers die een album getiteld ‘A loud bash of teenage feelings’ maken; het valt op z’n minst gewaagd te noemen. Met hun sterke debuutalbum in het achterhoofd zijn we echter geneigd Beach Slang het voordeel van de twijfel te geven.

 Nog geen jaar geleden kwam het viertal –ondertussen gereduceerd tot drietal- uit Philadelphia op de proppen met ‘The things we do to find people who feel like us’, een kort maar bijzonder krachtig album dat muzikaal refereerde naar the Replacements en ninetiespunk. Dat briesje van muzikale heropleving waaide nostalgisch over het muzieklandschap en werd meer dan terecht opgepikt en in de armen gesloten door tal van recensenten. Op hun tweede langspeler probeert Beach Slang verder te gaan op dit elan en daar slagen ze deels in.

‘A loud bash of teenage feelings’ heeft zijn naam niet gestolen: het is een plaat die bulkt van de teksten over jeugdliefdes, alcohol en vrijheid. James Alex (42 ondertussen!) en de zijnen komen hier ondanks hun leeftijd opvallend goed mee weg. Het voelt niet alsof ze terugkijken op hun jeugd, eerder alsof ze er nog steeds middenin zitten en een muzikaal dagboek bijhouden. Beach Slang klinkt bovendien niet als een band samengesteld uit veertigers. ‘Spin the dial’, misschien wel het beste nummer op het album, doet denken aan het jeugdige enthousiasme van Howler terwijl ‘Hot tramps’ klinkt als de prille Japandroids. Ook ninetiespunk ligt van begin tot einde op de loer. Vooral bij het krachtige openingsduo ‘Future mixtape’ en ‘Atom bomb’ krijg je het benauwde gevoel elk moment besprongen te kunnen worden door The Offspring of Rise Against. Het zijn simpele nummers opgebouwd uit slechts een drietal akkoorden. Gelukkig slaagt Beach Slang er desondanks in om ze matig boeiend te houden dankzij een lekkere drive en enkele goedgemikte noise-uithalen.

Zoals vooruitgeschoven single ‘Punks in a disco bar’ voorspelde, wordt op ‘A loud bash’ nog vaker dan op het debuut een geluidsmuur opgetrokken. De zware punkgitaren zijn prominenter, de songs bombastischer. Leuk voor even, al wordt dat na een tijdje vrij eentonig. Halverwege krijg je een déja-entendu gevoel en slaat het album om in één langgerekte geeuw. Het Swervedriver-achtige ‘The perfect high’ is nog even een hoopvolle opflakkering, waarna de oersaaie afsluiter ‘Warpaint’ een extra zware domper is.

‘A loud bash of teenage feelings’ lijkt op het eerste gehoor een goede poging tot opvolging van ‘The things we do to find people who feel like us’, maar komt uiteindelijk toch ietwat tekort. Hoewel de sound en sfeer over het algemeen goed zitten, laten de nummers nooit een blijvende indruk na. Misschien hadden Alex en co. er wat meer tijd in moeten stoppen, want elf maanden tussen twee albums is wel erg kort. Het staat echter buiten kijf dat er veel potentie in Beach Slang zit. Laat ons daarom hopen dat hun matige tweede album een goede leerschool zal blijken.

Album verdeeld door Polyvinyl.

Beach Slang speelt op 12 november in de Botanique (info & tickets)