Rich Girls kiest herhaling boven avontuur op ‘Black city’

door Milena Maenhaut

Rich Girls ontstond als een soloproject van Luisa Black. De bandnaam was een poging om het solo-gedeelte te verbergen na het uit elkaar vallen van haar vorige band The Blacks. Dat verbergen bleek niet meer nodig toen gitarist August Churchill en drummer Gavin Haag mee aan boord stapten, maar de bandnaam bleef niettemin. De garagerock-band uit New York City bracht sinds 2013 een reeks ep’s uit. Vorige week verscheen langspeeldebuut ‘Black city’ en dat kon gerust wat avontuurlijker.

De band stippelt een relatief eenvoudige route uit doorheen ‘Black city’: Blacks stem stuitert door je heen, opgevangen door repetitieve riffjes en drumritmes. De nummers steunen bijna volledig op de vocalen. Dat is niet per se negatief, al blijft er om van garagrock te spreken bij voorkeur iets significants over wanneer je de stem wegdenkt. Dat is op ‘Black city’ zelden het geval. Opener ‘In the street’ wordt gedragen door ongetemde vocals op een weinig variabel tapijt van minimalistische riffjes en percussiewerk. ‘Hit’ wordt dan weer iets complexer door de toevoeging van synthmotieven, maar blijft toch instrumentale gelaagdheid missen. Al valt niet te ontkennen dat het nummer – de eerste vrijgegeven single en het tweede lied op de plaat – behoorlijk catchy is, lijkt het al opmerkelijk veel prijs te geven over de rest van het album. Stellen dat je met één nummer het volledige album gehoord hebt, is wat radicaal. Desondanks lijken de nummers sterk op elkaar, Rich Girls’ langspeeldebuut mocht een pak meer reliëf tonen.

Waar Rich Girls dan weer wel indruk maakt, is met nummers waarin het trio buiten de lijntjes durft kleuren. Naar het einde toe wordt ‘Black city’ instrumentaal interessanter. ‘Speak darling’ en ‘Vintage playah’ vertonen complexer gitaarwerk met bescheiden shoegaze-invloeden – het riffje in het eerste en de My Bloody Valentine – distortie van het tweede – , al is de stem niet zo zwevend en de instrumentatie lang niet zo complex als we gewoon zijn van de traditie schoenenstaarders. Waar ‘Black city’ lichter wordt, sluipen echo’s van Alvvays’ ‘Antisocialites’, wat opnieuw aan de vocalen te danken is. Zo is ‘Blood brother’ wat je wilt horen tijdens nachten wanneer je heel hard en niet helemaal nuchter naar huis fietst, langs steegjes waar donkere pop, garagerock, punk en shoegaze heimelijk plannen smeden.

Plannen worden er voornamelijk gesmeed tegen het huidig Amerikaans regime. Blacks stem leende haar energie aan de onthutsing en frustratie na de Amerikaanse presidentverkiezingen van 2016. “Harsh realities have a way of liberating you”, schreef Black in de release notes van ‘Black city’. Haar zwarte stad werd een pure oppositie tegen het Witte Huis: “I hated everything the White House stood for. ‘Black city’ was pure opposition.” Het trio toont zich ondanks het gebrek aan instrumentale avontuurlijkheid meester in het overbrengen van spanning en energie, voornamelijk dankzij het knap tekstwerk en – je raadt het al – Blacks stembanden. Het album verzet zich dan wel tegen een donkere wereld, tekstueel wordt het er niet lichter op. De teksten zijn niet bijster politiek getint, ‘Wayne’ vertelt het relaas van een verslavende haat-liefdeverhouding met “cocaine”. Ook ‘Laid eyes’ heeft spokend suggestieve verzen: “A stranger, a danger / it’s strange, oh the change / in you why / your strange eyes arranged lies / a danger, the change / in you why”.

Met ‘Black city’, springt Rich Girls niet gigantisch uit het garage-landschap – daarvoor zijn er te weinig onverwachte wendingen of eigenzinnige riffen en lijken de nummers te veel op elkaar. Een mooie aanvulling vormt het album wél. Een beetje zoals die nachtelijke fietstocht huiswaarts: je kent de weg maar toch is het elke keer opnieuw een intense rit.