Ryley Walker geeft op ‘Golden sings that have been sung’ een gloedvol epiloogje op de golden sixties

door Matthias Desmet

Ryley sloft door het hoge gras. Ryley knuffelt een bokje. Ryley zit op een grasmaaier. Ryley streelt een kippetje. Ryley ruikt aan bloemetjes. Ryley speelt gitaar. Ryley stopt zijn handen in zijn zakken. Ryley probeert zijn haar goed te leggen (dat lukt niet goed). Enzovoort, enzovoort…

Ziedaar het verloop van Ryley Walkers video voor ‘Pimrose green’, de titelsong van zijn tweede langspeler. Dat schijfje deed vorig jaar menig folkfan watertanden. Naar Ryleys nieuwste worp werd dan ook reikhalzend uitgekeken.

Ryley tokkelt op zijn smartphone? Ryley snort op zijn Segway voorbij? Ryley speelt Pokémon GO en wordt bijna door een wagen aangereden? Probeer het je voor te stellen, ook al lijkt het vrij onmogelijk. Toch is hij een kind van zijn tijd, namelijk van deze tijd. Niet alleen omdat hij ooit een skateboardcarrière ambieerde, maar vooral omdat hij zo goed past bij de hang naar nostalgie die tegenwoordig weelderig woekert. Een hippe hunkering naar houvast in een oneindig complexe wereld? Wie zal het zeggen? Ryley kan het waarschijnlijk weinig schelen. Hij sloft verder door zijn grasveld.

Walkers wereld is bucolisch en idyllisch. De hedendaagse hectiek is er nog niet doorgedrongen. De muziekgeschiedenis is gestopt bij Nick Drake, Joni Mitchell en (de vierde plaat van) Tim Buckley. Moeten we onherroepelijk vooruit? Is vernieuwing het na te streven hoogste goed? Ryley Walker vindt van niet en zijn derde langspeler klinkt wederom als een sequel op ‘Astral weeks’. Het wringt. Muziek die ooit edgy was, is nu verworden tot een vehikel voor nostalgie.

Laten we onze innerlijke mopperkont echter even het zwijgen opleggen. Walker doet met verve een genre herleven: pastorale folk met een jazzy inslag. Nick Drake, Tim Buckley en Tim Hardin zijn al lang het hoekje om. Joni weigert al jaren een voet op een podium te zetten. Dan is het maar aan Walker om de traditie levendig te houden. Hij doet dat virtuoos en bezield. Vurig fingerpicken, copieus arrangeren en vinnig teksten schrijven: Ryley kan het allemaal. Een dikke tien voor kunde. Een A+ voor drive. Talent is tijdloos. Een kus van de juf en een bank vooruit.

Is er op ‘Golden sings that have been sung’ veel nieuws onder de zon? Niet echt; gezapig swingt en tokkelt Walker verder in zijn sixitiesuniversumpje. Het aandachtige oor zal misschien enige veranderingetjes tegenover voorganger ‘Pimrose green’ opmerken. De teugels worden minder gevierd. Ryley waagt zich iets vaker aan een traditionele song. Langs de andere kant kan een bruïtistisch introotje er dan ook weer af. Een uitstapje naar de ashram kan een volwaardig sixtiesadept ook niet laten liggen. Althans, als we afgaan op de rest van het nummer ‘Age old tale’. Zo eindigt meteen het album: psychedelisch en très hippie.

Kortom, dit is geen voer voor zure beeldenstormers. Walker vindt de sixtiesfolk niet opnieuw uit. Hij breit er hoogstens een gloedvol epiloogje aan. Wil je je echter in weltschmerz terugtrekken in een sepia wereld? Of wil je je, met open mond, verlekkeren op gesofisticeerde, folky hoogstandjes? U weet weer wat geluisterd de komende dagen. De zomer kan niet lang genoeg duren. Zing die gouden liederen en blijf ze zingen.

website Ryley Walker
Album verdeeld door Konkurrent.