‘Sacred hearts club’ van Foster The People is een schizofrene mengelmoes van clichés

door Bert Puype

Een monsterhit als ‘Pumped up kicks’ op je naam hebben staan is zowel een zegen als een vloek. Het brengt bekendheid en opent daarmee vele deuren; tegelijkertijd wordt al het werk dat erop volgt gespiegeld aan dat ene lied, hoe complex en genuanceerd je je repertoire ook probeert te maken. En dat laatste is iets wat Foster The People op ‘Sacred hearts club’ te omslachtig tracht te doen: ze reduceren hun nieuwste plaat tot een schizofrene mengelmoes, gevuld met zowel klassieke (lees: clichématige) indienummers als heel slappe doorslagjes die op een zwoele Tomorrowland-middag de revue zouden kunnen passeren. ‘Sacred hearts club’ heeft voornamelijk iets weg van een krampachtige zoektocht naar identiteit, zonder resultaat. Tenzij je van plan bent een Sweet Sixteen te organiseren.

Bezieler van de groep Mark Foster lijkt bij het schrijven net dat doelpubliek voor ogen te hebben gehad: tieners op zoek naar makkelijk verteerbare muziek, ideaal als compagnie bij een breezer op het strand. Op zich is daar niets mis mee, al smaakt het in deze vorm louter naar lauwe, smaakloze en voorgekauwde pap. ‘SHC’ of het daaropvolgende ‘I love my friends’ is zowel muzikaal als tekstueel even flauw als de titel doet vermoeden. Zingen over je nutteloze vrienden en hoe “dumb and reckless” ze zijn, om dan telkens het refrein te vullen met dweperige lofbetuigingen; geef ons dan maar ‘Min moaten’ van Flip Kowlier.

Ook de rest van de plaat slaagt er niet in te overtuigen. Het hiphop-gehalte van opener ‘Pay the man’ werkt dan misschien eventjes aanstekelijk, ons hart gaat er niet bepaald sneller van kloppen. ‘Lotus eater’ maakt de beste indruk en staat in schril contrast met de rest van het album. Even leek het rock-’n’-roll gehalte te worden opgekrikt in ‘Loyal like Sid & Nancy’, waarbij de romance van Sex Pistols-bassist Sid Vicious met Nancy Spungen wordt verwerkt. Dat leidt echter voornamelijk tot een nummer dat er op ongemakkelijke wijze in slaagt om zowel meligheid als ADHD te combineren. De overmatige literaire en semi-intellectuele referenties brengen eveneens weinig tot geen zoden aan de dijk.

Afsluiter ‘III’ deemstert uiteindelijk traagjes weg. Zo geeft het ons even de tijd om dit album snel te vergeten en ergens diep in een kast met een stevig slot te verstoppen. Foster The People teert overduidelijk op het hen eerder verschafte succes; en alhoewel er wel getracht wordt origineel uit de hoek te komen, resulteert dat voornamelijk in weinig inspirerende muziek. Toegegeven: met een frisse pint en enkele zonnestralen zou de algemene sfeer van ‘Sacred hearts club’ misschien nog een beetje kunnen bekoren. Wie echter op zoek is naar enige diepgang of meerwaarde zal in de nieuwste plaat van Foster The People weinig tot geen gading vinden.