Sigur Rós – Valtari: onvoorspelbaar en eigenzinnig als altijd

door Filip Van Der Elst

Uitgerekend in de warmste week van het jaar krijgen we met ‘Valtari’ van Sigur Rós een van de donkerste platen van het moment op ons bord. De oplossing is eenvoudig: er alleen maar ‘s nachts naar luisteren. Dat treft, want frontman Jónsi omschreef in Humo zijn aanvoelen bij de plaat als het gevoel “dat je in de zomer ontwaakt vlak vóór de dageraad”.

Eind 2011 verbrak Sigur Rós hun drie jaar durende stilte met ‘Inni’, een claustrofobische live-DVD die duidelijk maakte dat Sigur Rós anno 2012 niét bepaald voor een doorslagje van het popgevoelige ‘Með suð í eyrum við spilum endalaust’ uit 2008 zou kiezen. ‘Valtari’ bevestigt die marsrichting. Wie op een IJslandse versie van Coldplay had gehoopt, zal niet erg gelukkig zijn met de zesde langspeler van Sigur Rós. ‘Valtari’ is in zekere zin een terugkeer naar de ambient-touch die ook succesplaten als ‘Ágætis byrjun’ en ‘( )’ kleurde.

Aan ‘Valtari’ is zo’n tien jaar gewerkt. De kiemen voor sommige songs dateren immers al van 2002, vlak na de release van ‘( )’. Het staat symbool voor een andere richting die ze op dat moment hadden kunnen nemen, weg van de weg richting mainstreamsucces die uiteindelijk ook allesbehalve een mislukking is gebleken. Sigur Rós is namelijk altijd Sigur Rós gebleven, ook toen ze in 2008 Rock Werchter en Pukkelpop mochten headlinen en Vorst Nationaal uitverkochten. Dit alles impliceert dat er veel tijd voor nodig is. Het is een plaat geworden die typisch Sigur Rós is: onvoorspelbaar en eigenzinnig als altijd, een beetje herinnerend aan de koppigheid van Radiohead, de band die meer dan tien jaar geleden mede verantwoordelijk was voor hun grote doorbraak door hen mee op tournee te nemen.

Neem nu opener ‘Ég anda’: het duurt al meer dan twee minuten voor er een melodie bij komt kijken, en op de stem van Jónsi is het nog eens meer dan een minuut wachten. Maar hij klinkt even betoverend als altijd, het “sprookjesland”-sfeertje waarin deze IJslanders zo excelleren op magistrale wijze illustrerend. Ook ‘Ekki múkk’ is langzaam en beweegt weinig, maar kan ontzettend hypnotiserend werken als je er echt voor openstaat. Slechts in één nummer vinden we echt de kenmerkende Sigur Rós-bombast terug. ‘Varúð’ komt qua explosiviteit in de buurt van nummers als ‘Glósoli’ en ‘Popplagið’. Toeval of niet, maar het is voor velen hét absolute hoogtepunt van ‘Valtari’. De gitaren zwellen op tot de onvermijdelijke climax en de pompende drum ondersteunt dat effect alleen maar.

Maar laat het feit dat de zeven andere nummers niet zo episch klinken geen argument zijn om ‘Valtari’ voortijdig af te schrijven. Zo brengt het orkestrale slot van ‘Dauðalogn’ moeiteloos de haren op de armen overeind. Het moet echter wel gezegd dat het laatste gedeelte van de plaat gerust wat spannender had gemogen: bij de laatste drie nummers lijkt drummer Orri Páll Dýrason op vakantie te zijn, en dan zijn die songs ook nog eens volledig instrumentaal. Toch zijn ze op hun manier de moeite waard. ‘Varðeldur’ is een herwerking van het afsluitende lied op ‘Inni’, en dat wist ons toen al moeiteloos in te pakken. En het minimalistische xylofoonmelodietje dat halverwege de titelsong aanvangt is even simpel als beklijvend. Het afsluitende drieluik klinkt in alle geval rustgevend. Slaapverwekkend voor de ene, betoverend voor de andere.

Het is alvast geruststellend dat onze favoriete IJslanders nog steeds voor de volle 100% gewoon hun eigen zin doen. De mainstreammassa zal niet meteen vallen voor ‘Valtari’ en Jónsi wordt tot spijt van wie het benijdt geen IJslandse Chris Martin. Maar het belangrijkste is verzekerd: Sigur Rós blijft Sigur Rós. Er komt een tournee van meer dan een jaar aan, en er zou zelfs al heel wat nieuw materiaal in de pipeline zitten. En terwijl ondergetekende de slotnoot van deze recensie schrijft, ligt ‘Valtari’ nog een keertje op en komt het besef dat het eigenlijk toch een verdomd goede plaat geworden is. Onze boodschap: gebruik deze warme pre-zomerdagen om bij zonsondergang in de tuin gaan zitten met ‘Valtari’ op je iPod en luister er een keer of vijf naar. Neem je tijd en geef het een kans. Want wie vroeger al eens geraakt werd door Sigur Rós, zal ook nu na verloop van tijd wel de mooie kantjes van dit oh zo ondoorgrondelijke album leren ontdekken.

Sigur Rós speelt op 28 en 29 augustus in Paradiso in Amsterdam. Beide optredens zijn al uitverkocht (meer info). Zopas werd er ook een Belgische datum aan de kalender toegevoegd: op 27 augustus komen ze naar het idyllische Rivierenhof in Antwerpen. Tickets daarvoor zijn beschikbaar vanaf woensdag 30 mei om 9u ‘s ochtends (meer info). Je kan hen op vrijdag 24 augustus ook aan het werk zien op Rock en Seine in Parijs (info & tickets).

Sigur Rós website

Album verdeeld door EMI